Installatie en vaarwel voor koorschoolleden
kathedrale basiliek van Sint Bavo
Een van de mooie dingen in ons bisdom is de kathedrale koorschool Deze zondag werden aan het begin van de pontificale Mis de nieuwe leden geinstalleerd (kinderen van groep 5) en werd afscheid genomen van de jongens en meisjes van groep acht.
homilie
Wat is “christen-zijn”?
Christen-zijn betekent dat je Jezus navolgt.
Dat klinkt vrij logisch
maar het houdt nogal wat in.
Het gaat er dus niet om
dat je bepaalde gebeden zegt
of dat je minstens met Kerstmis
naar de kerk bent geweest
of dat je gedoopt bent.
Uiteindelijk zal dat alles zelfs niet bepalend zijn,
al klinkt dat misschien wel gewaagd,
want het doopsel is natuurlijk wel heel belangrijk
en Jezus zelf heeft uiteindelijk gezegd:
“Wie gelooft en gedoopt is,
zal gered worden”.
Ik wil dus natuurlijk niets af doen
aan het belang van het doopsel,
maar de Heer zal ons uiteindelijk beoordelen
op de vraag of we christen zijn.
Maar nu vraagt U misschien terecht:
Is het dan niet voldoende
dat je een goed mens probeert te zijn?
Moet je christen zijn
om in de hemel te kunnen komen?
Zo is het natuurlijk niet:
Onze Lieve Heer kijkt naar ons hart
en hij ziet hoe we bezig zijn met dingen
en hoe we stapjes zetten
en Hij waardeert ons om wie we zijn
en om alle stapjes die we zetten
op de goede weg,
die weg naar de navolging van Jezus.
Maar dat we christen-zijn is toch wel heel belangrijk,
want uiteindelijk vraagt Jezus iets van ons
waar we uit onszelf vermoedelijk niet opgekomen waren.
Hij vraagt namelijk
om over je eigen schaduw heen te springen,
om over de gevoelens, verlangens en verwachtingen
die we koesteren, heen te gaan,
alles breder te zien,
om uiteindelijk alles te zien
in het perspectief van het leven,
het lijden, sterven en verrijzen van Jezus.
Dat klinkt misschien wel mooi,
maar - zult U zich afvragen -
wat wordt daar dan onder verstaan,
wat houdt die bredere blik dan wel in?
Het antwoord horen we vandaag
in het evangelie.
Daar gaat het over leerling van Jezus zijn,
Hem navolgen
en aan de andere kant over onze gewone menselijke gevoelens.
Het begint al meteen met iets
dat zo bepalend is in de wereld,
dat zoveel drama’s veroorzaakt,
in het groot en in het klein.
De apostelen worden afgewezen
als ze in een Samaritaans dorp komen.
Samaritanen zijn mensen
die een iets ander geloof hadden
dan de ‘gewone’ Joden
en in plaats van de tempel in Jeruzalem
een eigen plek van eredienst hadden.
Wat voel je als je wordt afgewezen, weggestuurd?
Ik bedoel niet een afwijzinkje dat ons nauwelijks raakt,
maar één waardoor je je diep afgewezen voelt:
de apostelen willen overnachten,
maar ze kunnen nergens terecht
omdat ze zijn wie ze zijn,
ze voelen zich niet gerespecteerd.
Dit vindt in heel de wereld plaats:
mensen die zich onderdrukt en afgewezen voelen,
nemen wraak,
ze reageren met een aanslag,
met een lastercampagne of hoe dan ook.
Jezus wijst de apostelen op strenge toon terecht.
Het eerste wat we vandaag te horen krijgen
en waarin we in ons christen-zijn
de algemene normen en waarden van het mens-zijn moeten overstijgen,
is: neem geen wraak,
niet openlijk en gewelddadig
en ook niet op een subtiele manier.
En als je dan daarbij naar Jezus kijkt
en naar wat Hij heeft meegemaakt,
dan is in feite de boodschap:
Wees ergens fundamenteel er open voor
dat je iets moeten lijden door een ander
en geef liever aan het offer dat je dan moet brengen
door je intentie een zinvolle betekenis,
dan dat je uit emotie, uit wraakzucht
gaat reageren.
Neem afstand van je emoties, geef het tijd
en laat je reactie er niet een van vergelding zijn.
Door vergelding werken we mee
aan een spiraal van geweld.
Een volgend punt wat de Heer naar voren brengt
als het gaat om de navolging van Christus,
is ook iets ongemakkelijks:
Als je Jezus wilt volgen moet je weten
en je realiseren
dat de Mensenzoon niets heeft
waar Hij Zijn hoofd op kan laten rusten.
Weer moet je in feite naar Zijn lijden kijken.
Uiteindelijk staat Jezus daar dan
zonder dat Hem iets gelaten wordt,
alles wordt Hem afgenomen.
Dat wil niet zeggen dat wij ook in die positie moeten zijn,
dat we niets meer mogen en kunnen.
Jezus zelf heeft ook andere, betere tijden meegemaakt.
Maar het betekent wel
dat uiteindelijk niet gemak en luxe
de doorslag moeten geven,
dat we in het leven zijn geroepen
om onszelf te geven
en dat je daarbij uit liefde
soms moeilijke keuzes moet maken:
je zou iets willen hebben of willen doen,
maar het leven heeft je een bepaalde taak gegeven of opgelegd,
een taak die je moet volbrengen
en daarom moet je ergens van af zien.
Ouders moeten zo offers brengen
om er voor hun kinderen te kunnen zijn,
en daarna brengen kinderen weer op hun beurt offers om hun ouders
bij te kunnen staan;
onze taak in het leven vraagt niet zelden
dat we iets doen waar we niet zo’n zin in hebben,
tijd geven die we liever zelf hadden besteed,
er voor anderen zijn omdat het goed is,
waar we ook andere keuzes hadden kunnen maken.
Accepteren dat we soms af moet zien
van die steen of liever nog een zacht kussen
waarop we ons eigen hoofd kunnen laten rusten.
Er zijn zoveel mooie en edele voorbeelden
van mensen die dat hebben gedaan,
die niet aan de kant blijven staan
maar in het diepe springen
voor een ander.
Uiteindelijk maakt geven ons gelukkig
De andere twee voorbeelden die Jezus noemt
van het terug gaan om je vader te begraven
en afscheid te nemen van huisgenoten:
Hier gaat het er niet om dat iemand
de begrafenis niet mag afwachten van zijn overleden vader,
maar om mensen die allerlei excuses hebben
om dingen uit te stellen:
mijn vader is nu bejaard,
laat ik wachten tot hij begraven is,
dan zal ik Jezus volgen,
of: nu kan ik mijn familie nog niet loslaten,
maar later, dan zal ik Jezus volgen.
Het gaat dus om mensen die allerlei redenen vinden
om het goede wat ze moeten doen,
maar uit te stellen.
Stel niet tot morgen uit wat je vandaag kunt doen,
als het gaat om christen-zijn.
Dus, wees een goed mens en meer dan dat,
laat je inspireren door het voorbeeld van Jezus,
durf ook eens over je eigen verlangens en verwachtingen,
de eigen menselijke gevoelens, heen te stappen
om Jezus te volgen en Christen te zijn.
AMEN