Het interview met paus Franciscus
25e zondag door het jaar C
Over het interview met paus Franciscus is in de media al veel te doen geweest. De bijna dertig pagina's tellende tekst werd de afgelopen week in JezuÏeten-tijdschriften over de hele wereld gepubliceerd. Vooral enkele passages werden eruit gepikt. In de preek van deze zondag ben ik er wat op in gegaan. De Mis was in de Onze Lieve Vrouw Hemelvaartkerk in Heemstede, waar men wacht op de komst van de nieuwe pastoor drs. E. van Teijlingen, nu pastoor kan. dr. A. Hendriks er afscheid heeft genomen en in de Sint Joseph in Haarlem is begonnen.
homilie
Het lijkt erop dat Jezus die onrechtvaardige rentmeester
best wel positief benadert:
Nota bene begint Hij hem te prijzen
omdat hij met zoveel overleg heeft gehandeld,
terwijl hij een dief is en een oplichter,
die op een oneerlijke wijze
zijn werkgever van inkomsten berooft.
Ik kan me moeilijk voorstellen
dat werkgevers - die er onder U wellicht ook wel zijn - ,
erg gelukkig zijn met deze benadering:
Het lijkt erop dat oplichting en diefstal
door de Heer worden goedgepraat.
Maar als je het evangelie goed leest of hoort
is wel duidelijk dat dit niet het geval is.
Jezus begint na de parabel over die rentmeester
een verhaal
over hoe belangrijk het is om betrouwbaar te zijn.
Wie zal jou iets belangrijkers toevertrouwen
als blijkt dat je in kleinere dingen niet betrouwbaar bent?
Dat is natuurlijk wel een aanzet tot reflectie
voor een onrechtvaardige rentmeester
en voor iedereen:
Als je niet betrouwbaar bent,
val je toch wel door de mand
en zal men jou ook niet vertrouwen.
Dit is een oude winkeliers- en handelaarswijsheid:
als je probeert de klant te benadelen,
die iets aan te praten of te verkopen wat niet goed is
of een prijs te berekenen die niet klopt,
dan heb je nu misschien een voordeel,
maar je wint het vertrouwen niet
en de klant haakt af.
Eigenlijk geldt dat meestal wel:
recht door zee, daar kom je het verste mee,
eerlijk duurt het langst.
De Heer praat dus geen diefstal goed,
maar het feit dat Hij die rentmeester prijst
omdat die met overleg heeft gehandeld,
omdat die er wel over heeft nagedacht,
is een teken van
hoe Jezus naar mensen kijkt,
hoe Hij iemand niet vastpint
op wat die misschien misdaan heeft.
De afgelopen dagen werd een lang interview
met paus Franciscus gepubliceerd.
Daarin kwam heel veel aan de orde,
maar het meeste aandacht heeft toch wel getrokken
wat hij heeft gezegd over vrouwen,
over mensen die abortus hebben gepleegd
en over homoseksuelen.
Dat zijn categorieën van mensen
die natuurlijk heel verschillend van elkaar zijn
en eigenlijk niet met elkaar te vergelijken,
behalve op één punt:
Ze kunnen zich gemakkelijk uitgestoten voelen
en niet erkend of aanvaard door de Kerk.
De paus heeft gezegd dat daar verandering in moet komen.
Dat betekent niet dat de paus nu voortaan goed vindt,
wat tot nu toe verkeerd werd genoemd,
maar dat de eerste boodschap
die de Kerk heeft voor de mensen is:
je bent een mens, gerespecteerd en gewaardeerd door God,
die jou heeft geschapen
en die zijn leven voor jou heeft gegeven,
die jouw Verlosser is.
De Kerk is is als een veldhospitaal,
zij is er om de wonden te verzorgen en te helen,
waarmee men naar dat hospitaal komt,
misschien midden in het heetst van de strijd.
Eerst moeten de grote wonden worden verzorgd,
later pas kun je de bloeddruk naar beneden krijgen
en de diabetes bestrijden.
Zo moet de Kerk zijn, zegt de paus,
als een Moeder die er eerst en vooral voor allen is,
die eenieder respecteert en opneemt,
die Christus naar de mensen brengt
als hun Redder en Verlosser.
Pas in het licht van die centrale boodschap,
van dat je mag weten bemind en aanvaard te zijn
en dat je verlost wordt
door het kruis, de dood en de verrijzenis van Christus,
die niemand van Zijn liefde uitsluit,
in dat licht vind je de kracht om stappen te zetten
op de weg van de navolging van Jezus.
Het is eigenlijk zoals steeds in het evangelie:
Jezus komt bij tollenaars en zondaars
en Hij begint er niet over hoe verkeerd zij zijn,
maar Zijn barmhartige en liefdevolle blik
wekt nieuw leven en nieuwe kracht,
kracht om nieuwe wegen in te slaan.
Dat is precies de wapenspreuk van onze nieuwe paus:
“miserando atque eligendo”
vrij vertaald: met een barmhartige en uitkiezende blik.
Die spreuk gaat over Mattheus.
Gisteren werd diens feest in de kerken gevierd.
Mattheus was zo’n tollenaar, geen beste,
maar de Heer kwam langs,
Hij zag Hem - met barmhartige en uitkiezende ogen -
en nodigde hem uit:
“Volg mij”
en Mattheus getroffen door die liefdevolle blik,
vond de kracht om op te staan,
alles achter te laten
en mee te gaan.
De Heer had hem niets verweten,
Hij had alleen gekeken
en hem uitgenodigd.
De paus vertelde dat hij als bisschop en daarvoor
als hij in Rome moest zijn,
in een huis vlak bij de Franse kerk van Saint Louis logeerde.
In die kerk bevindt zich de wereldberoemde kapel
met de fresco’s van Caravaggio
over de roeping van Mattheus:
je ziet Mattheus vol verbazing
op zichzelf wijzen:
“Ik, wilt U mij hebben,
maar ik ben toch niet goed, ik ben toch afgewezen,
ik hoor er toch niet bij?”
En de Heer wijst:
“Ja, jou wil ik hebben, volg Mij”.
Iets van dien aard
vinden we ook in het evangelie van vandaag.
Natuurlijk wist die rentmeester wel
dat hij niet goed zat;
het is duidelijk dat dit diefstal was
en daar kun je veel afkeurends over zeggen.
Toch doet Jezus dat niet
in het evangelie,
Hij spreekt zelfs over deze man
geen enkel veroordelend woord,
hij zegt niet: “Lelijke rentmeester,
je hebt een afschuwelijke zonde begaan”.
Nee, dat zegt Jezus niet,
niet omdat Hij het wel goed vindt
- uit het vervolg is eigenlijk toch wel duidelijk
hoe Jezus erover denkt -,
maar Hij oordeelt hier niet
- of minstens niet direct -
omdat Hij die man allereerst als mens ziet
en zelfs bovenal oog wil hebben
voor het goede in die persoon
en voor de kansen en mogelijkheden,
liever dan die mens af te wijzen
en aan de kant te zetten.
Hier ligt een opdracht ook voor ieder van ons,
maar het is een moeilijk evenwicht
en we zullen er zeker allemaal weleens de mist mee ingaan:
aan de ene kant gaat het er niet om
iets goed te noemen wat fout is,
wél om al te heftige oordelen over mensen
eens wat vaker in te slikken
en die ander eerst en vooral
als mens te blijven zien.
Het was juist door die uitverkiezende blik van Jezus
vol barmhartige liefde
dat mensen de kracht vonden
om op te staan
en een nieuw begin te maken.
Laten we in die zin proberen,
ieder op onze eigen plaats,
een uitnodigende Kerk te zijn.
AMEN.