Kerstmis is een opdracht!
De dagmis van Kerstmis mocht ik vieren in de kerk van de H. Mariaparochie (vroeger O.L. Vrouw van Zeven smarten) in Haarlem Noord. In de sfeervolle kerk zong het dames- en herenkoor op uitstekende wijze een Missa Brevis (dat betekent “korte Mis”, maar die zijn juist meestal vrij uitgebreid) van W.A. Mozart. Ik heb hier de onderstaande homilie gehouden:
homilie
Van harte wens ik U allen
een Zalig Kerstfeest toe.
Ik hoop natuurlijk dat U dit feest
met familie en vrienden kunt vieren,
maar dat geldt lang niet voor iedereen.
Voor sommige mensen
zullen het pijnlijke dagen zijn
omdat ze een dierbare missen
of omdat ze bijvoorbeeld
de pijn van een ruzie,
een verwijdering tussen mensen
in deze dagen extra voelen.
Maar we zouden allemaal in deze dagen
ook wel even stil kunnen staan
bij de miljoenen mensen
die geen kerst in vrede kunnen vieren,
die honger hebben,
in oorlog en vervolging leven,
geen veiligheid kennen,
net een natuurramp hebben meegemaakt
en ga zo maar door.
Laten we in ieder geval in ons gebed
ook even bij al die mensen stil staan.
Toch hoop ik voor ons allen
dat het toch een “zalig kerstmis” mag zijn,
ook al ziet niet alles er even rooskleurig uit.
Die woorden “Zalig Kerstfeest”
zijn vanouds de katholieke manier
om elkaar op deze dag alle goeds toe te wensen.
Bij dat “zalig” hoeft U niet te denken
aan het kerstdiner dat o zo heerlijk smaakt,
maar eerder aan de Bergrede uit het evangelie,
waarin Jezus dat woord “zalig” steeds weer herhaalt:
“Zalig gij die.... arm zijt,
want aan u behoort het rijk Gods,
zalig wie hongeren en dorsten
naar gerechtigheid,
want hun behoort het rijk der hemelen”.
Het gaat niet alleen om “gelukkig zijn”,
het “fijn hebben”,
in de zin van dat je het materieel goed hebt,
maar als we zeggen: zalig kerstmis,
wensen we elkaar toe
dat we het op zo goed mogen hebben
dat we er echt gelukkig van worden,
ook op een dieper niveau
waar het goed is in Gods ogen
omdat je behoort bij het rijk van God.
En dat “zalig kerstmis” is eigenlijk ook
een soort van constatering, want
- zoals het evangelie zei -:
“... aan hen die in zijn Naam geloven,
gaf Hij het vermogen
kinderen van God te worden”.
Zalig Kerstmis, dat is:
Wees blij, verheug je,
want op deze dag
heeft God je het vermogen gegeven
een kind van God te zijn!
Je bent Zijn Kind,
Hij heeft je lief,
Misschien ben je nog eenzaam,
toch ben je nooit alleen!
Hij zal je nooit afschrijven,
niemand van ons!
Je bent geschapen
om gelukkig te worden.
“Zalig kerstmis” is een uitroep
en een wens tegelijkertijd.
Er blijft nog veel te wensen over,
voor U persoonlijk misschien
en zeker ook in de grote wereld,
dat ervaren we iedere dag.
in die evangelielezing van vandaag
kwam dat naar voren,
want we hebben vanmorgen niet gehoord
over de stal van Bethlehem
en de volkstelling die keizer Augustus had laten houden,
we hebben niet gehoord dat er geen plaats was in de herberg
en ook hoorden we de engelen niet zingen,
maar de woorden van vandaag
waarmee het Johannes-evangelie begint,
laten ons even stil staan
bij de betekenis
van wat er deze nacht heeft plaatsgevonden.
We zijn geneigd
om een warm gevoel te krijgen en vertederd te zijn
bij het horen van het kerstverhaal,
we hebben het over
het “stalletje”, het “kribbetje” en het “Kindje”
en die verkleinwoorden geven aan
dat het kerstgebeuren iets “gezelligs”, iets “genoeglijks” is;
we dromen een beetje weg
wanneer we kijken naar het kindje in de kribbe
en een kaarsje aansteken
en genieten van de kerstsfeer.
Maar Johannes spreekt vandaag
over een nacht, een duisternis
waarin het licht van God schijnt
door dat het Woord is vlees geworden,
doordat de Heer is mens geworden.
Hier gaat het niet meer over een feitelijke nacht,
dat het nu eenmaal buiten donker is,
het gaat om een geestelijke nacht,
een duisternis
omdat de wereld God niet wil aanvaarden :
“Het licht schijnt in de duisternis,
maar de duisternis nam het niet aan”.
In feite is dat een uitnodiging aan ons
om eens na te gaan
wat wij als duisternis ervaren
Wat die duisternis inhoudt in de grote wereld,
hoef ik bijna niet meer op te noemen.
Ik heb het al gehad over oorlog en geweld,
over hongersnood en rampen;
dat er zoveel mensen in de wereld zijn
die onschuldig moeten lijden,
terwijl hun medemensen
er zoveel aan zouden kunnen doen.
We hebben ook allemaal wel onze eigen duisternis,
pijnlijke ervaringen,
moeilijke dagen of jaren.
En in onze eigen samenleving,
waarin we vaak heel erg op onszelf zijn,
zijn er vele mensen die het niet gemakkelijk hebben,
die bijvoorbeeld geen warme maaltijd
kunnen betalen.
Vorige week was ik bij een maaltijd voor dakloze mensen
en ik mocht luisteren naar hun verhalen,
naar hoe het hun was vergaan.
Als je uit hun eigen mond mag horen,
wat er allemaal is gebeurd
dan begrijp je beter,
wat het is om op straat terecht te komen
en hoe dat een mens kan overkomen.
Als je dat allemaal ziet,
durf je dan toch vertrouwen
dat er een licht schijnt in die duisternis
en dat dit licht Jezus Christus heet,
onze Verlosser
en dat je zelf mee mag doen
om iets van dat licht te laten schijnen?
Heel veel mensen voelen wel iets
van de kerstgedachte aan.
De sfeer en de kaarsjes die we aansteken,
dragen daartoe bij.
Dit feest straalt zoveel warmte uit
en dat is goed.
Want we vieren dat God op aarde is gekomen,
mens geworden is in Jezus Christus
en dat Hij licht heeft willen verspreiden
en dat Hij ons vraagt om daaraan mee te doen:
Kerstmis is ook een opdracht!
Wees een licht
dat in de duisternis schijnt
en blijft schijnen,
ook als alles er erg donker uitziet,
ook als je er niets voor terug krijgt (denk je),
ook als je stank voor dank krijgt.
Een oud verhaal vertelt van een koning
die in zijn paleis een grote zaal had zonder ramen
Omdat hij zelf geen doel had
waarvoor die zaal zou kunnen dienen,
schreef hij een prijsvraag uit:
wie deze zaal binnen een dag geheel kan vullen,
zal rijkelijk worden beloond.
De een na de ander kwam
met stro of hooi of andere materialen
om die zaal helemaal vol te krijgen,
maar niemand redde dit binnen een dag.
Totdat er iemand aanklopte aan het paleis,
die niets bij zich droeg: geen pak of zak, geen wagensvol,
maar midden in de donkere zaal
in aanwezigheid van de koning,
ontstak hij een kaars.
“Kijk, Majesteit, hoe klein dit licht ook is,
het vervult toch heel deze ruimte”.
En zo heeft hij die prijs gewonnen.
En zo is het ook met ons:
geloof in het goede dat je kunt doen,
in het licht dat je kunt verspreiden.
Het lijkt misschien klein, weinig,
maar wij kunnen niet meten
tot waar het licht dat wij dragen reikt,
het heeft meer uitstraling
dan wij kunnen vermoeden.
We zijn geroepen om goed te zijn
en goed te doen,
licht te laten schijnen.
En we moeten de kracht van dat licht
niet onderschatten!
Denk eraan dat Gods liefde standvastig is,
dat Hij ook om ons bekommerd blijft,
dat is het beeld
dat wij zelf voor ogen mogen houden en navolgen.
Aan het begin van deze maand
waren we met de Nederlandse bisschoppen
bij paus Franciscus.
Hij heette hij ons heel broederlijk en hartelijk welkom,
nodigde ons uit
erop uit te gaan
en dat licht te laten schijnen.
Dat was natuurlijk niet alleen
voor bisschoppen bedoeld,
maar voor ons allen!
De paus hij zei onder meer
als mensen niet zo open zijn voor het geloof in God,
misschien kun je hen met je woorden niet bereiken,
maar neem hen dan mee naar de armen
om iets voor de armen te doen
en zij zullen in het gelaat van die armen,
het gezicht van God herkennen.
Zalig ben je
wanneer je je licht
standvastig laat schijnen voor andere mensen,
een sociaal bewogen mens probeert te zijn,
een mens met oog en hart voor anderen,
vooral voor de armen, de minsten, de kleinen
en als je in hen het gezicht kunt herkennen
van dat Kind van Bethlehem
dat in de wereld kwam
om ons licht en leven te geven.
Ja, dan is het een zalig kerstmis.
Dat wens ik U allen toe!
AMEN