Woord aan het einde van de bisschopswijding
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”. Het zijn de laatste woorden die Maria in het evangelie spreekt. Op de bruiloft van Kana werden ze gericht tot de dienaren - de diakonoi in het Grieks, ministri in het Latijn, je zou het bijna met “bedienaren” mogen vertalen. Het bruiloftsfeest lijkt ten einde, want de menselijke wijn is op. De situatie op dit feest tekent ons menselijk onvermogen, dat wij altijd ergens aan onze grenzen raken, niets meer te bieden hebben. Maar dit menselijke feest wordt tot een overvloedig bruiloftsfeest, met Christus als de bruidegom en Maria als de bruid als beeld van de Kerk en nieuwe Eva.
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”, deze bemoedigende, aanmoedigende woorden heb ik als mijn bisschoppelijk motto, mijn wapenspreuk, gekozen. Ze zijn een uitnodiging tot geloof en vertrouwen en zij laten ons een weg zien van je door Maria laten leiden tot vertrouwen in Jezus, die ons in het bruiloftsmaal van de Eucharistie tegemoet treedt.
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”: Dat is ook de boodschap die we willen doorgeven, die de kern is van iedere christelijke geestelijke leiding: dat je met vreugde en vertrouwen mag volbrengen wat Hij in Zijn Woord tot je zegt of in je hart heeft gelegd.
Daarbij wil ik bijzonder denken aan de jonge mensen in wier hart God het heeft gelegd om heel hun leven te geven aan Christus en Zijn Kerk.
Onze boodschap is goed, prachtig en volmaakt. Wij allen - gewijde bedienaren en leken - moeten en mogen dit evangelie voor leven, door geven, verkondigen, juist nu. Want de schaamte die we voelen, dat de voorbeeldfunctie van onze Kerk zo beschadigd is, moet ons er juist toe brengen Mensen die zijn gebruikt en beschadigd geraakt, met de liefde van het evangelie tegemoet te treden en met groter vuur en ijver het evangelie te beleven.
In de periode voor mijn bisschopswijding werd mijn gevoel vooral bepaald door dankbaarheid om al Gods goede gaven. De moeilijkheden zullen zeker komen, maar de wijding is toch allereerst genade, de volheid van het priesterschap. Zeer dankbaar ben ik ook dat mijn beide ouders deze dag mogen meemaken en ik dank hen en ook mijn zussen en familie voor hun hartelijk meeleven .
De zeer vele hartelijke reacties en ook vandaag Uw aanwezigheid hebben me goed gedaan. Ik dank U daarvoor. Heel bijzonder dank ik Zijne Excellentie, de heer Hans Hillen, de minister van defensie en parochiaan van deze parochie, voor zijn aanwezigheid. Het verheugt me dat kardinaal Simonis die mij tot diaken en priester heeft gewijd hier aanwezig is; ook dank ik de Apostolisch Nuntius, Zijne Excellentie, mgr. Bacqué voor zijn aanwezigheid en hartelijkheid. Ik wens hem voor zijn toekomst elders - wanneer hij binnenkort gaat vertrekken - alle zegen toe. Ik wil ook onze Aartsbisschop en voorzitter van de Bisschoppenconferentie, mgr. Eijk en de andere Bisschoppen zeer danken voor hun aanwezigheid en voor de hartelijke wijze waarop zij mij in hun midden hebben opgenomen. Heel bijzonder dank ik natuurlijk onze bisschop, mgr. Punt, die ik als hulpbisschop terzijde mag staan, en mgr. Van Burgsteden die zoveel hartelijkheid en inspiratie heeft gegeven; goede vrienden als don Agostino, Fr. Conn van de Gregoriana en vele anderen en allen die deze dag hebben voorbereid: heel veel dank.
De koorschool van onze kathedraal, waar we erg trots op zijn - o.l.v. Fons Ziekman en organist Ton van Eck - is naar Hilversum gekomen met prachtige zang.
“Doe maar wat Hij u zeggen zal”. Laten we op dit woord van Marianiet bang zijn, niet in onze schulp kruipen, maar met vertrouwen verder gaan.
+ Mgr. Dr. Jan W.M. Hendriks