3e Zondag van de Advent - Jaar B
Sint Bavokathedraal Haarlem - 11 december 2011
Vragen, heel veel vragen worden er vandaag in het evangelie aan Johannes de Doper gesteld: Wie zijt gij? Wat zegt gij over uzelf? Wat doopt gij dan...?. Het zijn vragen die met verwachtingen geladen zijn. En inderdaad, we weten ook uit andere bronnen dan de evangelies, dat er in die tijd een sterke verwachting leefde van de komst van de Messias en al die verwachtingen richtten zich op deze Johannes de Doper die zo vol kracht en vuur getuigde en mensen opriep om zich voor te bereiden op de komst van de Heer.
Zo kunnen er allerlei verwachtingen op je af komen, ook op ieder van ons. Soms verwachten mensen veel van ons, het kan zijn dat bepaalde mensen in Uw omgeving heel erg op U steunen; ze rekenen helemaal op U. Er zijn ouders die grote verwachtingen koesteren van de toekomst van hun kinderen; de een of ander wordt veelbelovend genoemd. De verwachtingen die mensen van je hebben, kunnen soms ook als een druk worden ervaren, alsof je nooit goed genoeg bent. Ze kunnen je het gevoel geven dat je voortdurend aan van alles en nog wat moet beantwoorden.
Zo was het ook bij Johannes. Mensen verwachtten veel van hem, teveel soms. Nog in de Handelingen van de apostelen wordt er verteld dat de apostelen mensen tegen kwamen die dachten dat Johannes de Doper - die toen al lang dood was - de echte was, de ware Redder en die in zijn naam waren gedoopt.
De mensen stroomden dus van alle kanten toe, volksmenigten dromden rond hem samen, maar Johannes bleef eenvoudig en rustig zichzelf: het ging niet om hem, hij was het niet, hij was maar een stem, hij kwam om te getuigen van een licht dat hijzelf niet was, maar Hij die na hem kwam, Die was het, alles wat Johannes zei en deed verwees naar Hem, naar het licht dat komen moest.
U kunt zich misschien voorstellen dat ik me vandaag - na de mooie dag van de bisschopswijding gisteren - wel een beetje aangesproken voel door deze prachtige adventsfiguur. Mensen verwachten veel van een bisschop, veel mensen schrijven meteen naar de bisschop als er iets in de kerk niet in orde is. Maar het gaat niet om mij, ik ben maar een stem, een dienaar, het gaat om het Licht, het gaat om de Heer, ik ben niet waard de riem van Zijn sandalen los te maken. Dat is wat ik dacht toen vele mensen mij gisteren feliciteerden: eigenlijk komen zij niet voor mij, zij komen omdat ik bisschop ben geworden, dus zij komen uiteindelijk voor Christus, de Heer en mijn taak is een dienst.
De houding van Johannes is heel erg mooi en voor ons allen inspirerend.
Men zegt wel dat wij leven in een narcistische cultuur. Narcissus was de figuur uit de Griekse mythologie die de liefde van anderen afgewezen had en die verliefd werd op de spiegeling van zichzelf in het water toen hij zich voorover bukte om te drinken. Het liep diep tragisch met hem af: iedere keer dat Narcissus zijn handen uitstrekte naar die persoon die hem zo in vervoering bracht, zijn spiegelbeeld in het wateroppervlak, begon het water te rimpelen en was er niets meer te zien en hij bleef triest en onbevredigd achter. Zo kwijnde Narcissus weg en stierf.
Het verhaal van Narcissus wil laten zien wat er gebeurt als het allemaal om jezelf draait, hoe je jezelf voelt, wat jezelf kunt en of je door anderen bewonderd wordt. Uiteindelijk blijf je triest en onbevredigd achter. Maar ben je klein, nederig, of zoals de paus zei toen hij tot paus was gekozen: een eenvoudige werker in de wijngaard van de Heer, dan wordt je leven een dienst, je werken wordt liefde en jezelf: een medewerker aan het werk van de Heer. En een dienstbaar leven is het allermooiste leven: zo is Gods Zoon naar ons toegekomen: eenvoudig en dienstbaar.
En als je merkt dat veel verwachtingen op je af komen, is het goed om des te meer los te laten dat jij het allemaal moet doen, dat je moet presteren, aan verwachtingen moet beantwoorden. Het wordt tijd om dat los te laten, we zijn allemaal medewerker van een groter plan en dat ligt in Gods handen, het alomvattende plan van Gods Voorzienigheid, waar uiteindelijk alles toch weer in zal blijken te passen. Natuurlijk we moeten onszelf met inzet geven, maar het is goed om alles heel ontspannen te doen. Niet alleen voor ons eigen psychisch welbevinden, maar ook om te beleven dat wij het niet zijn die alles moeten redden. Dat er Één is die dat al heeft gedaan. Wij zijn ontvangende mensen, alles is genade, wij krijgen alles toevertrouwd en gegeven. Je kunt jezelf nog geen seconde leven geven. Hoe meer je zelf kunt of denkt te kunnen, hoe belangrijker het is om jezelf te realiseren dat alles je gegeven is, ook al onze bekwaamheden en talenten en dat ons grootste talent de liefde is.
Deze week zal de commissie Deetman haar eindrapport uitbrengen over het seksueel misbruik in de kerk, vooral in de 450 internaten die de katholieke kerk bezat tot aan het einde van de zestiger jaren van de vorige eeuw. We zullen het met schaamrood en met diepe spijt vernemen. Natuurlijk kan men zeggen dat seksueel misbruik in heel de maatschappij voorkomt en dat internaten een risicofactor zijn; inderdaad: de cijfers zijn helaas schrikbarend hoog in heel onze maatschappij, maar dat is voor ons geen antwoord. Misbruik in de Kerk door iemand die geroepen is man Gods te zijn is nog kwalijker dan elders. Niet alleen zijn slachtoffers beschadigd geraakt in hun mens-zijn en integriteit, maar ook in hun relatie tot God. Wie zal hun het vertrouwen terug geven? Op dit moment kan ik alleen zeggen dat ik met de slachtoffers meeleef en aan hen denk en om innerlijke genezing voor hen bid; dat hebben we gisteren ook tijdens de bisschopswijding gedaan.
Johannes de Doper, hij roept ons vandaag op tot bekering en levensvernieuwing: een oproep aan ons allen, aan ieder van ons en aan de kerk als geheel.