Kerkelijke onderscheiding voor zuster André Lemmers
Zuster André Lemmers van de Franciscanessen van Aerdenhout vierde op 4 mei in Haarlemmerliede haar gouden kloosterfeest. Ook is zij veertig jaar missionaris en bestaat “Sinar Pelangi” vijfentwintig jaar, het project dat zij in Jakarta heeft opgezet om gehandicapte kinderen op te vangen en aan hen een toekomst te geven. Bij gelegenheid van haar feest heeft paus Franciscus haar de kerkelijke onderscheiding “Pro Ecclesia et Pontifice” verleend, die ik haar aan het einde van de feestelijke Mis heb uitgereikt.
Samen met haar medezusters in Indonesië zet zuster André zich voor deze kinderen in: verzorging, scholing, begeleiding bij operaties, werk en huisvesting, dit alles behoort tot de taken die vanuit Sinar Pelangi worden gedaan. Veel weldoeners, familieleden, kennissen en parochianen waren naar de Sint Jacobuskerk in Haarlemmerliede gekomen voor de heilige Mis die feestelijk werd opgeluisterd door het gemengde koor van de parochie. Tijdens de heilige Mis vernieuwde zuster André haar geloften, terzijde gestaan door zuster Athanasia uit Indonesië en zuster Simone uit Aerdenhout.
Bij deze gelegenheid heb ik de volgende homilie gehouden:
homilie
Beste zuster André, familie, medezusters en u allen,
Wat is het mooi als je dankbaar terug kunt kijken.
Of je zo terug kunt kijken is niet alleen afhankelijk
van wat er gebeurd is,
of je geluk hebt gehad
en het je voor de wind is gegaan.
Het is vooral van belang
dat je Gods hand
in de gebeurtenissen van je leven kunt zien,
dat je Hem kunt herkennen.
Soms lukt dat niet,
dan zie je alleen je verdriet en je pijn.
Wat is het dan goed en fijn
als er iemand met je optrekt,
als er iemand is die met je meegaat,
er voor je is,
een vriend voor je is.
We verkeren denk ik allemaal
weleens in de ene positie
en weleens in die andere:
soms zijn wij degenen die het goed zien zitten,
die met vreugde en dankbaarheid
die hand van God in ons leven zien;
soms zijn wij degene
die naast een ander gaat staan
om er voor die ander te zijn
en soms zijn wij degene
die in duisternis verkeert
en voor wie de steun en het meeleven van anderen
zeer belangrijk is.
De Emmaüsgangers in het evangelie van vandaag
verkeerden in die positie:
ze hadden hun Meester en vriend verloren,
ze liepen daar met een zware kater
van wat er in de dagen daarvoor was gebeurd.
Zij kijken somber, bedrukt,
alle hoop lijkt verloren,
zij zien geen perspectief.
En dan komt die vreemdeling naast hen lopen
en die spreekt tot hun hart,
die helpt hen om de zin te ontdekken
in alles wat er is gebeurd
en Hij trekt met hen mee.
Dan voelen ze hun hart weer warm worden.
En uiteindelijk herkennen die beide Emmaüsgangers
hun Heer in het breken van het Brood
en beginnen ze te geloven en te vertrouwen
dat er Één is die alles overwint
en dat de Heer werkelijk is verrezen.
Ook U, zuster André, hebt heel veel meegemaakt.
Niet alles was gemakkelijk.
Door uw hele leven heen
waren ook allerlei moeilijkheden geweven.
Moeilijkheden thuis in het grote gezin
door het verlies van werk
en het vroeg overlijden van ouders;
door de langdurige aanvallen van malaria
of door agressie van fundamentalisten,
om maar iets te noemen.
Ook het opzetten van de stichting Sinar Pelangi
voor gehandicapte kinderen
is natuurlijk niet vanzelf gegaan.
Maar met U dank ik vandaag God
dat het enthousiasme nog steeds van U afstraalt
en dat U vandaag vol vreugde
dit gouden kloosterfeest mag vieren.
U hebt er geen spijt van,
U hebt het kloosterleven als een prachtige weg ervaren
en er geen spijt van gehad
dat U die roeping hebt gevolgd.
Straks zult U die religieuze geloften vernieuwen
die U in het kloosterleven
op zulke bijzondere wegen hebben gebracht
in dienst van gehandicapte mensen,
mensen met pijn en verdriet:
U bent met de liefde van Uw hart
naast hen gaan lopen,
met Uw geloof en vertrouwen,
want als U die band met de Heer niet had gehad,
had U dit niet gekund.
De leerlingen van Jezus
hebben een tijd lopen tobben met hun verdriet.
Eigenlijk hielp de Geest van Pinksteren
hen er pas echt helemaal overheen.
Zo is het ook wel voor ieder van ons.
Als we opgesloten dreigen te raken
in verdriet en pijn,
is het belangrijk dat we nieuw perspectief krijgen.
Daarvoor hebben we de hulp en de steun van anderen nodig,
zoals dat toen bij de Emmaüsgangers het geval was,
maar bovenal is het enorm belangrijk
dat we ons gaan realiseren
dat God die ons geschapen heeft,
heel veel van ons houdt,
ons de weg naar het geluk wil wijzen.
Als we terugkijken op de weg
die ons leven tot nu toe heeft gekend,
zullen we hopenlijk herkennen
dat heel veel gebeurtenissen
die misschien best wel moeilijk waren,
ons voor iets hebben behoed,
ons een weg hebben gewezen,
een betekenis hadden in ons leven
of voor ons een weg naar verdieping hebben geopend.
Misschien waren er dingen
waarvan we nu nog zeggen:
“Heer, waarom moest dat nu zo,
waarom is me dat overkomen?”
Maar dan komt misschien datzelfde antwoord
dat de Heer hier in het evangelie geeft,
terwijl Hij verborgen met de Emmaüsgangers meeloopt:
“Moest dat alles niet gebeuren....
Moest de Messias dit alles niet lijden
om zo Zijn glorie binnen te gaan?”
Het begint vaak ermee dat we proberen
ons ermee te verzoenen
dat alles is gegaan, zoals het is gegaan,
dat we proberen het te aanvaarden,
proberen te geloven
dat er een reden was
waarom God het heeft toegelaten.
“Uw geloof in God, is tevens hoop op God”,
zei Petrus in de tweede lezing.
Geloven is vertrouwen
dat alles uiteindelijk niet zinloos is,
maar dat alles wat we meemaken
en wat we moeten ondergaan
- hoe onbegrijpelijk ook -
uiteindelijk zal blijken te passen
in een liefdevol plan.
De Emmaüsgangers vroegen het zich af,
die aloude menselijke vraag:
“Waarom,
waarom heeft dit moeten gebeuren,
waarom moest onze onschuldige Meester
zo vreselijk lijden?”
En het antwoord dat zij krijgen is:
De weg naar het licht
gaat altijd door een tunnel,
de weg naar de glorie,
gaat langs het kruis.
Als we met vragen zitten,
als wij niet kunnen begrijpen,
zoek dan naar Iemand
die naast je kan lopen
en die tot je hart kan spreken,
zoek dan naar God.
Soms moeten we er dan uit,
zoals de Emmaüsgangers deden,
of zoals zuster André heeft gedaan:
erop uit, naar buiten, naar andere landen,
weg van het cirkelen om jezelf
naar nieuwe ervaringen,
een nieuwe dienst aan mensen,
kennismaken met de nood van anderen.
Want ons leven wordt anders en rijker
wanneer we mogen geven en dienen,
zoals Jezus ons heeft voorgedaan.
Zuster André,
van harte proficiat met deze dag.
Met U bidden wij vandaag
om Gods zegen over alle kinderen
waarvoor U zoveel zorg hebt
en we bidden om zegen voor Uzelf,
over Uw gezondheid, Uw inzet:
dienstbaarheid vanuit geloof en vertrouwen
in de goede God
die U geroepen hebt om
- zoals we op de voorkant van het Misboekje zien -
Zijn bruid te zijn.
Van harte, Gods zegen!
AMEN