Sluiting van de meimaand in Heiloo
Op zondagavond 26 mei vond in Heiloo de sluiting van de meimaand plaats met een feestelijke Eucharistieviering en lichtprocessie door het park van de bedevaartsplaats. Bij de kleine kapel werd vervolgens de toewijding aan Maria gedaan en werd de processie afgesloten. Vele gelovigen namen deel aan deze mooie gebeurtenis, die door prachtig weer werd begunstigd.
Hieronder de homilie die ik bij deze gelegenheid heb gehouden.
(deels gelijk aan die ik 's ochtends in Limmen heb gehouden)
Homilie
Broeders en zusters,
Fijn dat u gekomen bent
om samen het slot van de meimaand te vieren,
tenminste: er liggen nog enkele dagen voor ons,
maar dit is de laatste zondag van deze mooie maand
die aan Maria is toegewijd.
Hier in Heiloo komen vele mensen
bij Onze Lieve Vrouw ter Nood
Zij leggen er hun zorgen neer,
bevelen hun intenties aan,
want ze weten dat Maria een moeder is
die het leven begrijpt,
die snapt wat er weleens mis gaat,
die weet wat het is om te moeten lijden,
die zelf standvastig was
en zich niet uit het veld liet slaan,
die trouw bleef tot onder het kruis.
En als je een kaarsje opsteekt
en peinzend in dat vlammetje kijkt,
de warmte voelt,
dan kijk je als het ware
in het licht van de eeuwigheid;
dan weet je weer dat heel veel dingen
die mensen zo belangrijk vinden,
waarover ze gewichtig doen,
helemaal niet belangrijk zijn.
U hebt het misschien ook weleens meegemaakt
dat mensen om u heen
druk waren met bepaalde zaken,
zich daar over konden opwinden,
terwijl uzelf met iets heel anders bezig was
en u die dingen waar de mensen om U heen
zich zo druk om maakten
eigenlijk alleen maar als totaal onbelangrijk kon ervaren.
We hebben dat denk ik allemaal wel
als we een dierbaar iemand hebben verloren
of met een ernstige ziekte te maken hebben
en mensen om ons heen praten
over de gewone alledaagse dingen:
over de politiek, een klein ongemak,
de voetbal, het werk, over anderen.
En hoewel u misschien zelf ook een grote voetballiefhebber bent
en vaak over het werk of de politiek hebt gepraat,
kan dat gepraat op zo’n moment zelfs pijnlijk zijn,
omdat we die onderwerpen dan
als volkomen onbelangrijk ervaren
en ergens het gevoel hebben
dat er aan onze pijn, onze ervaring, ons verdriet misschien
voorbij wordt gegaan.
Juist met de ervaringen die ons diep raken,
die ons een diepe vreugde geven
of een groot verdriet,
kunnen we ons soms echt eenzaam voelen.
Dat geldt niet alleen voor droevige dingen,
ook iets wat heel kostbaar en mooi voor ons is,
wat een diepe indruk op ons heeft gemaakt,
kunnen we vaak moeilijk delen.
Ik heb bijvoorbeeld vaak gehoord van mensen
die vertelden wat God of Maria voor hen betekent,
hoe zij ervaren hadden dat God of Maria hun nabij was
in bepaalde situaties,
misschien zelfs iets hadden meegemaakt
wat eigenlijk wonderbaarlijk was,
en dat zij erbij vertelden:
“Daar kan ik eigenlijk met niemand over praten”.
Zo kan iemand dus in zijn diepste gevoelens
heel eenzaam zijn
ook in een relatie.
Op een of andere manier zullen we allemaal weleens
een soort geestelijke eenzaamheid ervaren.
Het is nu eenmaal zo
dat niets op deze aarde
ons helemaal kan vervullen.
We komen allemaal op een punt
waarop we moeten concluderen:
dit kan ik met niemand delen,
of maar een heel klein beetje.
Hierin sta ik ergens alleen.
Dit was ook de ervaring van de eerste leerlingen van Jezus
en van Jezus zelf.
Jezus heeft lang rondgelopen
met de wetenschap dat het slecht met Hem zou aflopen,
dat Hij gegrepen, gemarteld en gekruisigd zou worden.
Hij heeft wel geprobeerd
om daar met Zijn apostelen over te praten
- in de lijdensvoorspellingen en de gesprekken
aan de tafel van het Laatste Avondmaal bijvoorbeeld -,
maar dat lukte niet echt,
daar was gewoon heel weinig begrip voor,
vaak begonnen de leerlingen dan gewoon gauw over iets anders.
Eigenlijk kon Hij er met niemand over praten
en dat moet Jezus een groot gevoel van eenzaamheid
hebben gegeven,
wat tenslotte zijn hoogtepunt vond
in de uitroep van Jezus aan het kruis:
“Mijn God, mijn God, waarom hebt ge mij verlaten?”
Misschien dat we ook weleens geneigd zijn
om dat te verzuchten.
Ga dan naar Maria.
Zij is toen niet weggelopen,
zij is onder dat kruis gaan staan
en wat een geluk dat zij dat heeft gedaan,
want daar wees Jezus haar aan
als geestelijke moeder voor ons allen.
Is dat ook niet een beetje onze ervaring?
Als je zelf door het kruis gaat,
dat opneemt, niet wegloopt, standvastig blijft,
het weet te dragen, met vallen en opstaan misschien,
dan kun je meer voor andere mensen betekenen.
De leerlingen hebben dat later zelf ook zo ervaren.
Zij hebben best succes gehad
met hun verkondiging van het evangelie,
we hoorden dat in de eerste lezing:
Filippus’ woorden oogstten algemene instemming.
Maar de tweede lezing uit de brief van de apostel Petrus
had het er al over
dat we er rekening mee moeten houden
dat mensen ons niet begrijpen,
dat zij onze christelijke levenswandel beschimpen
en lasterpraat over ons uitstrooien.
Wie dat weleens heeft meegemaakt,
weet hoe afschuwelijk dat kan zijn:
mensen worden zwart gemaakt,
verdacht gemaakt,
terwijl ze dat niet verdienen.
Petrus schrijft zijn mensen in de brief die we hebben gelezen:
Heilig in uw hart Christus als de Heer.
Dat wil zeggen: Rustig blijven, geef het over, geef het af,
niet als een wilde in het rond gaan slaan,
geef het goede voorbeeld,
“verdedigt u met zachtmoedigheid en gepaste eerbied
en zorg dat je geweten zuiver is”.
Dan zal het vruchten dragen.
Rustig volhouden en jezelf blijven,
geen gekke dingen doen!
Juist in je eenzaamheid
staat er Iemand naast je,
ook al zie je Hem niet.
De leerlingen hielden vol en bleven moedig verder gaan,
ook al was er tegenwerking, onbegrip.
2000 jaar later weten we
hoeveel vrucht dat heeft gedragen.
Dat moet ons moed geven en vertrouwen
ook in een tijd en een maatschappij als de onze,
die nu eenmaal niet overstroomt van godsdienstigheid.
Jezus in het evangelie
bereidt Zijn leerlingen erop voor
dat ze zich alleen zullen voelen staan met hun geloof,
dat de wereld niet voor de Geest van waarheid
ontvankelijk is,
dat mensen met andere dingen bezig zijn
en van hun boodschap vaak niets moeten hebben;
dat hebben de apostelen natuurlijk
inderdaad vaak meegemaakt:
ze hebben volop tegenwerking gekend,
werden door hun eigen mensen uitgestoten
en bijna allemaal zijn ze uiteindelijk
als martelaar gestorven,
zonder dat zij zelf ook maar enig geweld hadden gebruikt.
“Als je Mij liefhebt,
zul je mijn geboden onderhouden
en de Vader zal je een andere helper geven
die altijd bij je zal blijven”:
de heilige Geest.
Samen met Maria
hebben de leerlingen gebeden
om de komst van de heilige Geest.
Dus Jezus zegt Zijn leerlingen:
Ik laat jullie niet alleen,
ik zal jullie niet verweesd achter laten,
Gods geest zal met jullie zijn.
Ga gewoon door met het goede te doen,
onderhoud mijn woord,
laat je daar niet vanaf brengen.
Ga rustig door, met vertrouwen, standvastig,
zoals Maria, tot onder het kruis....
Ik help je er door heen.
Heilige Maria,
Onze Lieve Vrouw ter Nood,
wees onze voorspraak.
AMEN