Staatsecretaris Sander Dekker en zijn visie op ‘identiteit’ van de school
Bij zijn brief van 23 mei aan de 2e kamer
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 23 mei j.l. een lange brief (19 pagina’s) geschreven aan de tweede kamer met voorgestelde maatregelen in verband met de leerlingendaling in primair en voortgezet onderwijs. Hij meent dat die leerlingendaling om ‘een stevige aanpak’ vraagt en dat hij zo’n aanpak in zijn brief met de juiste prikkels ondersteunt. Hij toont zich daarbij - mijns inziens - een typische vertegenwoordiger van een heel bepaalde onderwijsopvatting, die ik niet deel.
Hoe ziet staatssecretaris Dekker de (al dan niet confessionele) ‘identiteit’ van scholen? In deze brief komt die naar voren als een marginaal aspect dat je naar believen kunt vervangen. Ouders en besturen kunnen een school van kleur doen verschieten en dat moet gemakkelijk worden gemaakt. Staatssecretaris Dekker ziet het onderwijs als een soort hamburger waarop je naar believen ketchup kunt doen of Stroganoffsaus. Mocht de ene saus niet zo bevallen, dan kun je die er altijd nog weer even afdoen en die andere saus proberen. De hamburger is het onderwijs, de saus is de ‘denominatie’, de ‘kleur’ ; je kunt in het onderwijs - bijvoorbeeld op verzoek van de ouders - altijd even ‘van kleur verschieten’ (de uitdrukking wordt in de brief letterlijk gebruikt).
Het lijkt de echo van de negentiende-eeuwse visie van wie vond dat het in het onderwijs moet gaan om het (zogenaamd) ‘neutraal’ overdragen van kennis en praktische vaardigheden.... Het is de klassieke liberale insteek die ooit aanleiding was voor de ‘schoolstrijd’ waarin naar voren werd gebracht dat onderwijs juist een dienst is aan mens-zijn en dus verbonden is met een visie op mens-zijn. Het was een strijd die nu bijna een eeuw geleden geleid heeft tot de in de Grondwet verankerde onderwijsvrijheid.
Natuurlijk hoop en bid ik dat het om een misverstand gaat, dat ik de staatssecretaris volstrekt verkeerd heb begrepen, maar helemaal gerust ben ik er eerlijk gezegd niet op....
Onderwijs is niet slechts of vooral het overdragen van weetjes en vaardigheden. Een mens is geen “vat om te vullen” met kennis. De persoon van de leraar en diens mensbeeld en de visie op vorming en opvoeding die de school heeft en uitdraagt, zijn fundamenteel voor een school. Zeker, het niveau van het onderwijs moet zeer goed zijn en onderwijs mag niet misbruikt worden voor 'ideologische' doeleinden, maar uiteindelijk gaat het wel om een dienst aan een persoon, om kennis die tot wijsheid wordt, om de zoektocht van een mens naar waarheid, naar zin en 'zijn'.
Dit is in ieder geval fundamenteel voor het concept van een katholieke school. Terecht vragen besturen van scholen van de leraren dat zij een visie op de school als middel tot opvoeding en vorming van jonge mensen van harte onderschrijven en vanuit die visie werken. Dat is waar de leraren op in getekend hebben, dat is waar zij achter staan. Alleen zo kan een school het concept van ‘katholieke school’ neerzetten.
Er zijn katholieke scholen in de hele wereld: in zeer katholieke landen, in geseculariseerde landen, in Islamitische landen en in Hindoe-culturen. Mensen van allerlei achtergronden kiezen voor zo'n katholieke school. Daarmee kiezen ouders niet voor de katholieke godsdienst, wel voor een bepaalde vorming van hun kind als menselijke persoon. Een katholieke school respecteert daarbij die (godsdienstige) achtergronden, al zal zij altijd (de mogelijkheid van) godsdienstonderwijs aanbieden.
Over dat ‘christelijk-humanistisch’ karakter van het onderwijs en dat persoonsvormende karakter dat eigen is aan onderwijs, ging de Verklaring “Gravissimum Educationis” van het tweede Vaticaans concilie. Volgend jaar zal het vijfitg jaar geleden zijn dat dit document door de concilievaders werd aanvaard. Paus Paulus VI (+ 1978) heeft daarna dit eigen karakter van onderwijs en opvoeding in vele toespraken onderstreept. Zo zei hij: “De leraar vormt de mens, heel de mens, zoals het Concilie meermaals heeft onderstreept: niet slechts een deel van de mens, hoezeer ook alle aandacht en zorg waardig, maar zijn volkomenheid als persoon, die denkt en oordeelt, wil en liefheeft en die zichzelf ontwikkelt in een bepaalde sociale en maatschappelijke contekst...” (Insegnamenti VII, p. 581).
De ‘denominatie’ of ‘kleur’ van een school gaat over levensbeschouwing, over mens-zijn, over hoe je in het leven staat. Dit gaat over het concept van de school, over hoe je school wilt zijn. Dat is niet iets wat je met een stemminkje in het bestuur of onder ouders even wegpoetst, uittrekt als een jas of wegdoet als een sausje op een hamburger...