De kerk sluit? Het gaat om de levende stenen!
Derde zondag van de veertigdagentijd B
Op deze derde zondag van de veertigdagentijd wijst Jezus naar Zijn lichaam als de ware tempel. Dat lichaam van Christus zijn wij. Meer dan de tempel van steen tellen de geestelijke tempel en de levende stenen... Deze zondag bezocht ik de H. Maria Magdalena parochie in 't Kalf in Zaandam om er de heilige Eucharistie te vieren en met de parochianen koffie te drinken. Daar heb ik de volgende homilie gehouden.
Homilie (Johannes 2, 13-25)
De kerk: huis van God
U heeft het misschien wel meegekregen:
In ons land is veel protest en discussie ontstaan
over het sluiten van kerken
en het beleid daaromheen.
We kunnen daar wel
een heel duidelijk signaal in zien
van wat een kerk voor ons mensen betekent:
we zijn erin gedoopt en gevormd,
we biechten er
en hebben er onze eerste heilige communie gedaan;
velen hebben er een sacramenteel huwelijk gesloten
of hebben er afscheid genomen van een dierbare.
Wij hebben herinneringen aan pastoors en kapelaans
en het is nog altijd de plaats
waar wij God ontmoeten,
de heilige Eucharistie vieren
en de heilige communie ontvangen.
Dat is iets kostbaars en moois
en het is eigenlijk alleen maar jammer
als mensen niet komen
want het geloof is een grote schat voor ons leven
en het is iets kostbaars
om met God verbonden te zijn,
in de kerk, in de gemeenschap.
Ik zou het heel fijn vinden
als alle jongeren enthousiaste gelovigen zijn,
bezield door de grote idealen
van geloof, hoop en liefde.
Eerbied in Gods huis...
Ook voor de Joden was de kerk,
vooral de tempel in Jeruzalem
uitermate belangrijk
als plaats van Gods aanwezigheid.
Je zou je dus kunnen voorstellen
dat Jezus en de vrome Joden
niets moesten hebben
van oneerbiedigheden
in dat heilige gebouw.
Toch gaat het
- als Jezus in het evangelie van vandaag
de handelaren de tempel uitdrijft
en zegt dat van het huis van Zijn Vader
geen markthal moet worden gemaakt -,
niet in de eerste plaats
om de eerbied in Gods huis,
al zouden we dat er misschien wel mee kunnen verbinden.
We lijken misschien allemaal weleens een beetje
op die handelaren in de tempel
als we even vergeten zijn
dat dit het huis van God is
en dat die aanwezigheid
van de Heer in het tabernakel
het middelpunt is.
Maar daar gaat dit evangelie dus
niet direct over.
Verwijzing naar het Paasmysterie
Het gaat voor de evangelist Johannes
die dit evangelie heeft geschreven
allereerst om een diepere betekenis,
zoals dat in zijn evangelie vaak het geval is.
Waar Johannes met het verhaal over dit gebeuren
in de tempel van Jeruzalem naar toe wil,
geeft hij heel subtiel aan
door over het paasfeest te spreken
en over Jezus’ opgaan naar Jeruzalem
en over de verrijzenis van Jezus uit de doden
op de derde dag.
Johannes lijkt daarmee
een verbinding te willen leggen
met het lijden, sterven en verrijzen
van Jezus
in Jeruzalem.
Het gaat hier eigenlijk
over de betekenis die Jezus’sterven en verrijzen
voor ons heeft.
De tempel van Jeruzalem: centrum van het Joodse volk
Voor de Joden was die tempel
- meer nog dan voor ons een kerk -
ongelooflijk belangrijk.
Koning Herodes had net
een prachtig nieuwe gebouw
laten optrekken
- dat wordt nog even vermeld:
46 jaar was eraan gebouwd,
weten de Joden Jezus te vertellen -
en dat gebouw was met goud bedekt,
helemaal verguld,
zodat het straalde in de zon.
Het was letterlijk schitterend.
Bovendien was die tempel het centrum
van heel het Joodse geloof.
Alle Joden moesten er regelmatig naar toe
om offers te brengen,
zoals Maria en Jozef dat ook hebben gedaan,
al moesten die daar dagen voor reizen.
Eeuwen voor Christus
was de tempel ooit verwoest geweest;
in de bijbel - in het Oude Testament -
vinden we heel veel passages
die dat verdriet tot uiting brengen.
O, wat waren de Joden daardoor aangeslagen!
Droefheid om het sluiten van kerken...
Toen wij, bisschoppen, in Rome waren
voor het Ad Limina bezoek
en we het bij onze ontmoeting met de paus
over het sluiten van kerken hadden,
wees paus Franciscus ons op de Joden
die zoveel verdriet hadden
over de verwoesting van de tempel.
‘De mensen bij jullie lijken daarop,
maar jullie moeten dan doen
zoals de profeten toen hebben gedaan:
Deel hun verdriet,
want het is ook heel erg jammer,
maar help hen ook om weer met hoop vooruit te kijken”,
was zijn boodschap.
De ware tempel: levende stenen
Die tempel was voor de Joden dus zeer belangrijk,
het centrum van hun geloof,
daar kwamen de Joden hun offers brengen;
dat waren in die tijd allerlei offers van dieren:
duiven, schapen en runderen.
Het wisselen van geld in de tempel was nodig
omdat je de offerdieren alleen
met het speciale tempelgeld kon kopen
Alles wat voor die offers nodig was,
wordt dus door Jezus de tempel uit gejaagd
en Hij wijst naar zichzelf, naar Zijn lichaam
als de tempel die zal worden afgebroken
en in drie dagen weer zal worden opgebouwd.
Al die offers zijn niet meer nodig,
zegt Jezus hier eigenlijk mee
en deze tempel is uiteindelijk van betrekkelijke waarde;
het ware offer is een geestelijk offer
en de ware tempel
zijn wij samen,
die in deze wereld
het lichaam van Christus
mogen vormen.
Wij zijn allemaal ledematen van Jezus Christus,
of om het anders te zeggen:
wij horen bij Hem
en wij mogen Hem handen en voeten geven
door de goede dingen die wij doen,
de goede woorden die wij spreken,
de liefde, het geloof en de hoop die wij verspreiden.
Niet de stenen,
maar de levende stenen
- wijzelf dus -
tellen het meest!
Natuurlijk hoop ik van harte dat deze kerk
nog vele, vele jaren mag blijven bestaan;
maar vooral hoop ik
dat jullie hier nog vele, vele jaren
een levende geloofsgemeenschap mogen vormen,
dat het geloof mag worden doorgegeven,
dat we hier iets mogen ervaren
van Gods aanwezigheid en werkzaamheid,
dat Hij er is,
dat het leven niet draait om onszelf
om ons geld en de status en hoe je overkomt
- daar gaat het niet om -,
maar dat het middelpunt en het doel van ons leven
ergens anders liggen,
dat wij het lichaam van Christus zijn
en dat wij dus een roeping hebben
om van ons leven iets moois en waardevols te maken,
een tempel
een plaats waar God aanwezig kan zijn.
AMEN.