Waar ben je bang voor?
Ga uit en verkondig!
Op Hemelvaartsdag hoorden we hoe de Heer afscheid nam van Zijn leerlingen en hen opdroeg om zonder vrees erop uit te gaan en het evangelie te verkondigen. Maar de leerlingen merkten tegelijkertijd dat ze dat zeker niet alleen konden en moeite hadden om hun angsten te overwinnen. Ze waren net gewone mensen! Daarom moesten ze wachten op de komst van de heilige Geest. Dat is ook voor ons de zin van deze negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren: het is een noveen van gebed om de komst van de heilige Geest.
Homilie
Waar ben je bang voor?
Waar zijn wij bang voor?
Wij mensen kunnen bang zijn
voor van alles en nog wat:
die is bang voor honden,
een ander voor spinnen;
een derde is bang voor verlies van de gezondheid
en weer een ander heeft angst
voor het verlies van zijn baan
of over hoe het zal gaan
met de gezondheid van gezinsleden,
met de toekomst van kinderen
enzovoorts.
Er zijn allerlei dingen waar we
bang voor zouden kunnen zijn.
Ik ben bij je
Jezus noemt er vandaag een aantal
in het evangelie:
je kunt bang zijn voor de duivel
- het spreekwoord zegt
dat je als je heel erg onverschrokken en moedig bent,
je niet bang bent voor de duvel en z’n ouwe moer -,
je kunt bang zijn dat je anderen niet kunt verstaan,
en als je eens verrast bent door een slang,
is het niet verwonderlijk
dat je bang bent voor slangen,
je kunt bang zijn dat er vergif zit
in je eten of drinken
- de Chinese keizer beschikte niet voor niets
over voorproevers -
en je kunt bang zijn om ziek te worden.
Maar Jezus zegt hier
dat wondertekenen je zullen vergezellen
en dat je al het kwade zult overwinnen,
je hoeft nergens bang voor te zijn.
Het is alsof Hij zijn leerlingen
op dit laatste moment nog wil verzekeren:
ook al word ik ten hemel opgenomen,
ik ben toch bij je,
waarom zou je bang zijn,
je bent toch altijd in mijn hand,
waar zou je schrik voor hebben?
Ik werk met je mee,
ik schenk kracht aan je woorden,
wees niet bang,
het hoeft niet allemaal
uit jezelf te komen,
jij hoeft niet alles in de hand te hebben,
want je bent geborgen in Mijn hand.
De laatste woorden
De laatste woorden
die Jezus tot ons spreekt
voor Hij ten hemel wordt opgenomen.
“Heeft hij nog wat gezegd?”,
vragen de nabestaanden
als iemand pas is overleden.
De laatste woorden die iemand spreekt,
een laatste gebaar of gezichtsuitdrukking
zijn bijzonder belangrijk.
Als priester mag je dat vele malen
meemaken
bijvoorbeeld bij de ziekenzalving
van een ernstig zieke.
Iemand die al lange tijd
geen zinnig woord meer had uitgebracht,
zei ineens heel duidelijk:
“Onze vader die in de hemel zijt”
en stierf met een vredige glimlach
om de lippen.
Als iemand die je dierbaar is,
zo gestorven is
of je hand nog vastpakte
en je aankeek,
vergeet je dat natuurlijk niet meer.
En veel mensen hadden zo graag
op een dergelijke manier afscheid willen nemen,
maar het was hun niet gegeven.
Vandaag horen we dus de laatste woorden
die Jezus tot Zijn apostelen spreekt
en die zijn bestemd
als een laatste boodschap,
die altijd in ons hart
zou moeten naklinken:
het zijn woorden die de leerlingen
en over hun hoofd heen en door hen
ieder van ons
opwekken om het evangelie,
de blijde boodschap van Christus
te verkondigen.
De laatste woorden die Jezus
tot hen spreekt,
zijn eraan gewijd
om duidelijk te maken
hoe belangrijk de evangelisatie is,
de verkondiging van het evangelie,
daar hangt zoveel van af:
Want: “Wie gelooft en gedoopt is,
zal gered worden,
wie niet gelooft,
zal veroordeeld worden”.
Ga uit en verkondig... Je bent in Zijn hand...
Als we ons zouden realiseren
hoe belangrijk ons geloof eigenlijk is,
zou alles waar we bang voor kunnen zijn,
helemaal gerelativeerd worden:
Vrees niet hen die alleen het lichaam kunnen doden...”.
Alles gaat voorbij,
God alleen blijft,
het geloof is uiteindelijk
ons enige houvast.
En af en toe moeten we dat ook eens tegen onszelf zeggen:
ik heb toch altijd voor hem geleefd,
mijn geloof was de richtsnoer voor mijn leven,
waar zou ik bang voor zijn,
ik ben toch Zijn Kind?
Door het heilig doopsel
zijn onze namen geschreven
in de palm van Gods hand;
door ons geloof
bezitten we het vertrouwen
dat God alles leidt
en dat Hij het ten goede leidt.
Het geloof
geeft ons de genade
dat wij altijd en overal geborgen zijn,
ook al sta je alleen,
zoals we dat op deze Hemelvaartsdag
kunnen ervaren
nu Jezus ons verlaat
om vanuit de hemel mee te werken
met alles wat wij doen en offeren,
met alles waarvoor wij bidden
in Zijn Naam.
Hij ging heen,
maar is bij ons;
wij zien Hem niet,
maar we zijn in Zijn hand;
wij zijn omringd door gevaren,
maar Hij heeft ons al gered.
En dat is de boodschap
die wij allen aan iedereen
moeten doorgeven:
wie gelooft en gedoopt is
zal gered worden.