Wees niet bang om je leven te geven: Hij is je grootste schat!
Gebedsuur om roepingen bij Het Werk
Zondagmiddag 5 juli was ik in Merkelbeek in de St. Clemenskerk waar het maandelijkse door Het Werk georganiseerde gebedsuur werd gehouden, waarin dit keer speciaal gebeden werd om roepingen voor het bisdom Haarlem-Amsterdam. Het was een mooie en goede bijeenkomst met vespers en aanbidding waar ondanks het zeer warme weer op deze zondagmiddag toch een flink aantal mensen naar toe was gekomen. Dat het flink warm was had zo z'n gevolgen: één van de acolieten ging onderuit en een medepriester die medelijdend zag hoe ik transpireerde, was zo barmhartig om me te bevrijden van de koorkap...
Na de aanbidding was er een ontmoeting met de aanwezigen waaronder gezinnen die regelmatig naar Merkelbeek komen om met het hele gezin catechese te krijgen. Met de zusters van de geestelijke familie Het Werk en pater Wim Miltenburg fso heb ik daarna nog geruime tijd kunnen napraten.
Bij de vespers heb ik de volgende homilie gehouden.
EN ZIJ VERLIETEN ALLES...
Overweging bij het gebedsuur om roepingen in Merkelbeek
In de korte lezing van deze Vespers
komt duidelijk tot uiting dat God
voor ieder van ons een roeping en uitverkiezing heeft.
Maar ook wijzelf moeten iets doen....
Wat is belangrijk?
De leerlingen verlieten alles
om Jezus te volgen.
Zij zijn als die man in het evangelie
die alles verkoopt
om de schat maar te kunnen kopen
die hij in een akker gevonden had,
of om die parel maar te kunnen kopen
die hij ergens had gevonden.
Die ene schat en die ene parel
waren zo belangrijk voor die man
dat hij er alles voor over had.
Als we dit verhaal al te letterlijk nemen,
komen we er niet uit:
hoe moet die man verder leven
als hij alles heeft verkocht
voor die schat, voor die parel?
Maar waar het om gaat in dit evangelie
is heel iets anders:
er zijn bepaalde dingen in ons leven
die zo belangrijk zijn,
dat we er alles voor over hebben.
Ontvoerd...
Een steenrijke multimiljonair
wiens dochtertje ontvoerd werd,
waarvoor een hoge losprijs werd gevraagd,
wilde alles wel geven wat hij bezat
om zijn geliefde kind weer terug te krijgen.
Op het moment dat die man in angst zat
om zijn dochtertje
en besefte dat hij wel heel zijn vermogen
graag willen geven
om haar uit de klauwen van die ontvoerders
te redden,
besefte hij
hoe weinig betekenis zijn geld had
en hoeveel zijn dochtertje voor hem betekende.
En dat is die multimiljonair als pluspunt
aan te rekenen.
Er was liefde in zijn hart, liefde voor dat dochtertje,
zijn hart was door de rijkdom niet versteend.
Een hart van steen
In een sprookje van Wilhelm Hauff,
“het hart van steen” geheten,
wordt het hart van een mens
de prijs voor rijkdom:
een arme kolenbrander
krijgt een grote rijkdom
op voorwaarde dat hij zijn hart van vlees verkoopt
en het laat vervangen door een hart van steen.
Zo kan het gaan:
mensen die rijk worden lopen het gevaar
dat ze zich aan die rijkdommen gaan hechten,
dat die steeds belangrijker worden
en op een bepaald moment hun afgod zijn geworden;
en naarmate er meer geld en goed is,
worden ze harder,
het hart meer gesloten voor de mens in nood.
Dat is altijd een teken
dat we ons op de verkeerde dingen richten:
als ons hart van steen wordt,
minder gevoelig voor wat goed en kwaad is,
minder fijngevoelig onderscheidend,
als we niet meer meeleven met
en geen aandacht hebben voor
mensen die verdriet hebben,
het moeilijk hebben, lijden.
Onze verbondenheid met lijdende mensen
is een garantie dat we zelf menselijk blijven.
Ook onze gevoelens van schaamte
(ik heb het niet over scrupulositeit)
zijn eigenlijk vaak een aanwijzing
dat het goed gaat met ons.
Wat is het waard bij mijn dood?
Natuurlijk komt er een moment
dat we zelf zullen merken:
“Hier of daaraan heb ik groot belang gehecht,
maar wat stelt het eigenlijk voor?”
Een goede vraag om aan onszelf te stellen
is dan altijd:
wat zal het nog voor me betekenen
op het moment dat ik sterven moet?
Dat is een heel goed en zuiver criterium.
Zo moet je eigenlijk ook je leven inrichten,
zoals je het op dat laatste moment van je leven,
terugkijkend, met alleen de hemel voor je,
graag zou willen zien.
Hoe kan ik zo leven,
wat voor weg moet ik kiezen
om eens goed en dankbaar
terug te kunnen zien.
Wat je totaal geeft, is het meeste waard
Er zijn dus bepaalde zaken
die zo belangrijk zijn
dat we er helemaal voor moeten gaan,
ze vragen een totale inzet, ze vragen alles.
Zo is het met de levenskeuze:
als iemand trouwt,
geeft die persoon zich helemaal:
“ik wil je liefhebben en waarderen
alle dagen van ons leven”,
tot de dood ons scheidt.
Als een priester wordt gewijd,
klinkt het:
Gij zijt priester in eeuwigheid.
Het is voor altijd, het is een totale zelfgave.
Als een vrouw in het klooster gaat en professie doet,
of op een andere wijze haar leven
aan God toewijdt,
word zij niet voor niets
vaak gekleed als een bruid
en de nieuw geprofeste zuster
krijgt een ring aan haar vinger:
haar nieuwe levensstaat is een geestelijk huwelijk,
het is voor altijd.
En dat komt ook in de celibaatsbelofte
van de priester tot uiting:
een priester is getrouwd,
maar niet met een vrouw,
maar met de Heer en Zijn Kerk.
De dingen in het leven
die ons helemaal vragen,
die de totale gave van onszelf vragen,
zijn de mooiste.
Als we ons ergens helemaal voor kunnen geven,
dan hebben we pas echt idealen,
dan leven we ergens voor.
Heb je alles of heb je niks?
Jezus noemt het rijk der hemelen
zo´n kostbare schat, zo´n prachtige parel.
Voor dat koninkrijk mogen we alles geven,
als we dat kunnen “kopen”, zitten we goed.
Stel je voor dat je op het einde van je leven
zou kunnen zeggen:
ik bezit vele miljoenen,
ik heb een prachtig huis,
ik heb een fijne vrouw en kinderen,
kleinkinderen en achterkleinkinderen,
ik heb een prachtig leven gehad,
maar je zou niet het rijk der hemelen bezitten,
dan ben je toch een beklagenswaardig mens.
Je hebt alles en toch heb je niks!
In het licht van de eeuwigheid...
Dat is ons uiteindelijke doel:
dat rijk der hemelen te verkrijgen,
die schat te kunnen verwerven.
En daarom is het altijd goed,
bij wat we doen
en bij de keuzes die we maken
te zien of die lijn er is
naar dat rijk der hemelen,
of het daarop staat gericht.
Dit was het grote motto van de heilige
Aloysius Gonzaga:
Wat betekent dit met het oog op de eeuwigheid?
Als ik dit doe,
brengt het mij dichter bij God
of verwijdert het mij juist van Hem?
Geef alles voor wat echt van waarde is
En zo zijn de woorden van Jezus steeds weer
een uitnodiging
om goed toe te kijken:
Is alles waar we zoveel voor over hebben
echt zo waardevol?
Als dat zo is:
geef er dan alles voor.
Betekent het uiteindelijk niet zoveel
en moeten we het toch weer afstaan, loslaten,
kunnen we het toch niet meenemen,
dan is dat het niet waard
er veel voor te geven.
Als wij hier samen zijn
om te bidden om roepingen,
doen we dat natuurlijk allereerst
omdat de Heer het ons vraagt:
Bidt de Heer van de oogst
om arbeiders te sturen
om te oogsten.
Mooier dan de mooiste i-phone, game of app
Maar eigenlijk is ons gebed
toch vooral een bede
dat jonge mensen
God en Zijn koninkrijk mogen ontdekken
als de grootste schat voor hun leven
en dat zij uiteindelijk
de geestelijke, innerlijke kracht mogen bezitten
met de hulp van Gods genade
om te gáán voor de dingen
die werkelijk waarde hebben,
dat zij belang mogen hechten
aan wat werkelijk belangrijk is,
dat zij God mogen vinden
en dat de mooiste games, i-phones en apps
daarbij zullen verbleken,
omdat hun hart geopend is
en zij zich hechten aan wat blijft.
Ons gebed om roepingen
betekent niet dat iemand iets moet gaan doen
waarvoor hij of zij niet bestemd is
of dat het priesterschap beter is dan het huwelijk,
maar het is een bede
dat jonge mensen die stem mogen leren verstaan
die hun zegt:
“Wees niet bang om je leven te geven
voor Hem.
Hij is je grootste schat,
de Enige die je kan vervullen.
Zijn schatten zijn het die
een blijvende waarde behouden
tot in de eeuwigheid”.
Amen