Vrouwen van Bethanië kiezen nieuw bestuur
Nieuwe Richtlijnen van Congregatie voor de Religieuzen
Op woensdag 15 juli was ik aanwezig bij de Algemene Vergadering (kapittel) van de Vrouwen van Bethanië waar ik de keuze van het nieuwe bestuur heb voorgezeten en de H. Eucharistie heb mogen vieren. De Vrouwen van Bethanië is een diocesaan diocesaan religieus instituut van het bisdom Haarlem-Amsterdam, één van de stichtingen van de legendarische pater Jacques van Ginneken s.J.. Voor het bestuur van deze diocesane instituten en het financiële beheer heeft de Congregatie voor de Religieuzen in Rome onlangs nieuwe regels gegeven om een goede lijn aan te geven voor de situaties waarin de eigen religieuzen niet alle taken meer kunnen vervullen. De Vrouwen van Bethanië hebben deze Richtlijnen bestudeerd en de eerste stpapen gezet om die te gaan verwerkelijken.
Over de spiritualiteit en de geschiedenis van de Vrouwen van Bethanië is iets meer te lezen in de navolgende homilie, die ik tijdens de Eucharistie heb gehouden.
Homilie
Beste Vrouwen van Bethanië,
Het is me een vreugde
om samen met U deze heilige Eucharistie te vieren
tijdens Uw Algemene Vergadering.
Dankzegging en paasmysterie
Eucharistie vieren is dank zeggen
met en in en door Jezus Christus,
wiens Paasmysterie wij hier vieren:
het mysterie van Zijn lijden, sterven en verrijzen
waardoor wij zijn verlost.
Het is in feite dit paasmysterie
dat in Bethanië centraal werd gesteld
toen Jezus daar met Maria en Martha sprak,
toen Hij er Lazarus opwekte uit de dood
en Zijn voeten werden gezalfd
met kostbare nardusbalsem.
Daarmee staan het Paasmysterie
en de viering daarvan in de heilige Eucharistie
centraal in Uw religieus instituut
dat het geheim van Bethanië wil leven.
Martha of Maria?
Het is in een geest van dankzegging
dat wij deze Eucharistie vieren,
omdat wij geloven en vertrouwen
dat God met ieder van ons
een heilzame bedoeling heeft
en dat Hij ieder van ons
een taak en een zending heeft toebedeeld.
Wij zitten hier aan de voeten van de Heer,
zoals Maria in Bethanië
en luisteren naar wat Hij te zeggen heeft
aan de Vrouwen van Bethanië
en aan ieder van U persoonlijk.
In dat luisteren, in die contemplatie
horen we ook
op welke wijze Jezus verlangt
dat wij Martha zijn,
want onze contemplatie, ons innerlijk luisteren
moet leiden tot inzet.
Maria die aan de voeten van de Heer zat,
heeft het beste deel gekozen,
zei Jezus toen Martha kwam klagen.
"Paarsen" en "witten"
Bij de Vrouwen van Bethanië,
zo heb ik begrepen,
werden dan ook de contemplatieve “paarsen”
lang hoger ingeschat dan de actieve “witten”,
tot het onderscheid in 1959 werd afgeschaft
en het besef begon te overheersen
dat wij allen - zoals Jezus zelf -
geroepen zijn om actief in de contemplatie
en contemplatief in de actie te zijn.
Ons gebed staat nooit los
van een zending die God ons heeft toevertrouwd
en die zending is altijd iets voor anderen.
Laten we dus gerust Martha zijn,
als we de bron, dat zitten en luisteren
aan de voeten van de Heer
maar niet vergeten.
Als je ouder wordt...
De volgende bezoeken van Jezus in Bethanië,
waarover ons het 11e en het 12e hoofdstuk
van het Johannesevangelie verhalen,
verwijzen dus naar het sterven van Jezus,
naar Zijn verrijzenis
en naar de hoop op eeuwig leven,
naar ons leven in geloof
en ons uitzien naar de eeuwigheid.
Misschien is voor U
het Bethanië van het Johannes-evangelie
meer actueel geworden,
nu U merkt dat U ouder wordt
en de krachten verzwakken.
Het Martha-zijn heeft een andere dimensie gekregen,
zo lees ik ook in Uw persoonlijke verslagen;
voor velen van U
krijgt de inzet voor het evangelie
meer een dimensie van het geven van geestelijke steun,
van een aanbieden van pijn en beperking
voor een intentie,
van in liefde verbonden zijn met mensen,
van zijn wie U bent en zoals U bent,
open voor anderen met een luisterend oor.
Dat is een wezenlijk getuigenis.
In de geest van de roeping
Daarnaast zijn er nog steeds apostolische initiatieven
die uitgaan van Vrouwen van Bethanië,
in de geest van de eigen roeping
om niet-katholieken een weg te wijzen,
om oecumenische relaties te bevorderen,
theologische en spirituele vorming te bieden
en het evangelie in deze wereld
meer kansen te geven;
en er is de openheid
om door te verwijzen naar anderen,
die misschien op kunnen pakken
wat U zelf niet of niet meer kunt,
een beetje zoals Maria deed op de bruiloft van Kana
toen zij de bedienden naar Jezus doorverwees.
Daarmee geeft U een duidelijk signaal
dat het niet om de eigen groep gaat,
maar dat U wilt staan
in de brede, wereldwijde gemeenschap van de Kerk
met haar talrijke charisma’s.
Als U ziet
dat er minder Vrouwen van Bethanië zijn
en dat de gemiddelde leeftijd zeer hoog is,
moet dat toch geen reden
tot pessimisme te zijn.
Wij zijn vaak geneigd te zien
wat niet goed gaat of niet meer werkt,
wij zijn geneigd om achterom te kijken,
terwijl God al iets nieuws begonnen is.
De Geest blijft waaien...
Als Uw missie voltooid is,
zal die door anderen worden voortgezet,
met weer andere charisma’s misschien,
want iedere tijd ontvangt van de Geest
wat die tijd nodig heeft.
Onze kracht is ons vertrouwen
in de Geest van God
die over de wereld waait
en nieuwe horizonten opent.
95, 85, 70 jaar...
Graag wil ik op dit moment
even stilstaan bij enkele bijzondere gebeurtenissen:
Vorig jaar mocht U gedenken
dat 95 jaar eerder
een begin werd gemaakt met de Vrouwen van Bethanië,
over twee jaar zal het 85 jaar geleden zijn
dat U als religieus instituut werd opgericht.
Dit jaar is het zeventig jaar geleden
dat de stichter de Jezuïet pater Jacques van Ginneken overleed.
Met hem ben ik meer in aanraking gekomen
toen ik rector van De Tiltenberg was,
het huis van een andere stichting van hem,
de Vrouwen van Nazareth.
Ik wil vandaag de enorme apostolische ijver gedenken,
waarmee hij zich wilde inzetten
voor missionering en bekering
van een Nederland dat hij al duidelijk zag verheidensen.
Hij wilde nieuwe methoden, nieuwe inzet, nieuwe mensen.
Omwille van die “nieuwheid”
die hij zo sterk beklemtoonde,
heb ik vandaag - om hem te eren -
het Misformulier genomen
van Maria als nieuwe vrouw.
En 50 jaar: het concilie
Een volgend jubileum dat wij dit jaar gedenken
is dat vijftig jaar geleden
het tweede Vaticaans concilie werd afgesloten,
dat zoveel belangrijke stappen heeft gezet
om de Kerk te helpen haar zending te leven
in de wereld van deze tijd.
Een geest van dialoog, van openheid, van contact,
van het zoeken naar verbinding en communio
is daarmee over de Kerk gekomen .
Natuurlijk wil ik in dit verband
heel bijzonder het werk noemen
dat de Vrouwen van Bethanië
voor het concilie hebben gedaan,
met name in de Foyer Unitas,
die voor niet-katholieken in die jaren
het belangrijkste oriëntatiepunt was,
maar waar ook veel concilievaders elkaar troffen
voor uitwisseling en verdieping.
Foyer Unitas heeft erg “in the picture” gestaan,
maar er waren veel meer
zeer waardevolle initiatieven,
in en buiten Nederland.
We zijn dankbaar
voor de vele vruchtbare apostolaten
die de Vrouwen van Bethanië
op zich hebben genomen.
Dank U allen voor uw dienstbaarheid
en voor Uw inzet
voor Jezus Christus
voor het evangelie,
voor de Kerk!
We kijken tenslotte ook even naar de toekomst.
U heeft in deze dagen
al een en ander gehoord van de Richtlijnen
die de Congregatie voor de Religieuzen onlangs heeft gegeven
voor bestuur en beheer in Diocesane religieuze instituten
en die zijn voorbereid door een werkgroep uit KNR en Bisschoppen.
U heeft zich als eerste van onze Diocesane Instituten
in de afgelopen dagen al voorbereid
op de aanpassingen in beheer en bestuur
en daar zullen we graag met U verder over spreken.
Van harte wens ik U Gods rijkste zegen toe,
opdat U “vol van God” en vol vertrouwen verder mag gaan. Amen!