Vaticaanse grapjes...
Het is bekend dat de Haarlemse bisschop Huibers ervan hield om namen bij benoemingen te combineren. Zo kreeg Pastoor Zwart vast en zeker kapelaan De Wit als assistent toegewezen. Ook in het Vaticaan houden ze van deze grapjes.
Zo kreeg de bekende theoloog Henri de Lubac toen hij kardinaal werd als titelkerk de Santa Maria in Domnica toegewezen, die eerder de titelkerk was geweest van de vroegere secretaris van het heilig Officie kardinaal Alfredo Ottaviani, die er mede de oorzaak van schijnt geweest te zijn dat hij vanwege de publicatie van zijn boek ‘Surnaturel’ een doceerverbod had opgelegd gekregen. Tijdens het tweede Vaticaans concilie speelde De Lubac als consultor een belangrijke rol.
Ook een andere deelnemer aan het concilie kreeg met zo'n Vaticaans grapje te maken. Luigi Maria Carli was tijdens het concilie de bisschop van Segni en was een van de prominentste leden van de zogenaamde Coetus Internationalis Patrum, een groep bisschoppen waar onder meer ook kardinaal Alfredo Ottaviani en Aartsbisschop Marcel Lefèbvre deel van uitmaakten. Als vertegenwoordiger van deze Coetus sprak bisschop Carli zich uit tegen het begrip godsdienstvrijheid en het concilie-document over dit thema (de Verklaring Dignitatis Humanae) met de opmerking dat de Verklaring aan de traditie voorbijging en moeilijk te verzoenen was met het pauselijk leergezag tot dan toe. Daarmee doelde mgr. Carli met name op teksten van paus Pius IX, vooral de Syllabus Errorum en de Encycliek Quanta Cura (1864) waarmee deze paus de moderne dwalingen veroordeelde, waaronder de stelling dat er een recht op godsdienstvrijheid bestaat.
Mede als gevolg van de woorden van mgr. Carli begint de concilieverklaring nu met aan te geven dat de tekst niet tegen het eerder leergezag inging. De Verklaring bedoelt namelijk niet te zeggen dat het niet uitmaakt welke godsdienst je kiest, alleen mag de Staat daarin geen dwingeland zijn. Het gaat om een vrijheid als burgerrecht niet om morele vrijheid.
Paus Pius IX moest in 1848 uit Rome wegvluchten vanwege alle liberale woelingen en kwam terecht in Gaeta, waar hij buiten de pauselijke Staat bescherming genoot. De paus moest er bijna een jaar blijven.
Het was dus zeker niet ‘zomaar’ dat bisschop Carli in 1973 tot aartsbisschop van Gaeta werd benoemd...