Nietigverklaringsprocedure huwelijken vereenvoudigd
Paus Franciscus heeft de nietigverklaringsprocedure voor huwelijken sterk vereenvoudigd. Op de website van het katholiek nieuwsblad heb ik een eerste reactie gegeven op de nieuwe bepalingen die in twee Motu Proprio’s zijn vervat, waarmee de paus een aantal canones van het wetboek voor de Latijnse Kerk en de codex voor de katholieke oosterse kerken wijzigt. De nieuwe bepalingen worden van kracht op 8 december, begin van het heilig jaar van de barmhartigheid.
Een Motu Proprio is een document dat de paus ‘uit eigen beweging’, dus niet op aanvraag van iemand vaststelt en uitgeeft.
De veranderingen betreffen een groot aantal aspecten van het huwelijksproces: de nietigverklaring kan door een rechtbank worden uitgesproken, in bepaalde evidente gevallen kan de bisschop in een korte procedure de ongeldigheid van het gesloten huwelijk uitspreken, de mogelijkheden om de nietigheid door één rechter te laten beoordelen zijn vergroot en er is meer ruimte voor leken als rechter. Dit alles moet leiden tot een snellere procedure. Beklemtoond wordt dat het gaat om de vaststelling van de waarheid omtrent het huwelijk: dat het ongeldig was vanaf het begin. De paus benadrukt dat het niet moet leiden tot laksheid en daarom heeft hij bepaald dat de bisschop zelf rechter moet zijn als een sterk verkorte procedure wordt toegepast en dat beide partners in moeten stemmen met een nietigverklaring.
Niet alle bisschoppen zullen zich opgeleid voelen om een dergelijke taak uit te oefenen, maar zij kunnen zich natuurlijk goed laten adviseren. Het is duidelijk dat de beide motu proprio's sterk willen beklemtonen dat de bisschop de eerste rechter is in het diocees. “Mitis iudex Dominus Iesus” heet het Motu Proprio dat de Latijnse codex wijzigt, het Motu Proprio dat het wetboek van de oosterse kerken betreft heet: “Mitis et misericors Iesus”.
De nieuwe regelingen werden in Rome gepresenteerd onder meer door kardinaal Fr. Coccopalmerio, president van de Raad voor de wetsteksten.
Ieder huwelijk dat door de Kerk als geldig wordt beschouwd kan worden voorgelegd aan de kerkelijke rechtbank, ook dus als het niet voor de kerk gesloten is. Dat laatste komt met name voor wanneer een van de partners van zo'n huwelijk voor de kerk met een katholiek wil trouwen.
Een huwelijk kan ongeldig worden verklaard bijvoorbeeld als het is aangegaan zonder voldoende onderscheidingsvermogen, bij psychische ziekten die een normaal samenleven onmogelijk maken, wanneer een wezenlijk element is uitgesloten toen het huwelijk werd aangegaan (zoals de onontbindbaarheid, kinderen of de huwelijkstrouw) of als het is aangegaan met bedrog of onder dwang of ernstige vrees. Altijd zal de kerkelijke rechtbank (officialaat) teruggaan naar het moment van de huwelijkssluiting.
Termen als rechtbank kunnen ook misleidend zijn: de gesprekken vinden in een vertrouwelijke sfeer plaats en de oordeelszitting is niet openbaar. In feite blijkt dat veel mensen de procedure als psychisch genezend ervaren.