Arsacal
button
button
button
button


Paus Franciscus spreekt zich uit over de doodstraf

‘Ontoelaatbaar’

Artikel Overig - gepubliceerd: donderdag, 2 augustus 2018 - 1725 woorden
De opeenvolgende pausen hebben zich steeds duidelijker tegen de doodstraf uitgesproken
De opeenvolgende pausen hebben zich steeds duidelijker tegen de doodstraf uitgesproken
paus Benedictus XVI
paus Benedictus XVI
H. paus Johannes Paulus II
H. paus Johannes Paulus II

Vandaag, op 2 au­gus­tus 2018, is bekend gemaakt dat paus Fran­cis­cus een ge­wij­zigde tekst van nummer 2267 van de Cate­chis­mus van de Katho­lie­ke Kerk heeft goedge­keurd waarin de doodstraf ‘ontoelaat­baar’ wordt genoemd.

Rescriptum

De wijzi­ging van de tekst is vast­ge­steld bij ‘Rescriptum ex audientia’, dat wil zeggen dat de paus deze wijzi­ging heeft goedge­keurd tij­dens een au­diën­tie die hij op 11 mei j.l. aan de prefect van de Con­gre­ga­tie voor de Ge­loofs­leer, kar­di­naal Luis Ladaria, heeft verleend. De tekst van de Cate­chis­mus was door de heilige paus Johannes Paulus II ook al een keer ge­wij­zigd na de publi­ca­tie van de En­cy­cliek Evangelium Vitae (1995). De wijzi­ging wordt toe­ge­licht in een brief van de Con­gre­ga­tie voor de Ge­loofs­leer, die de paus op 28 juni j.l. heeft goedge­keurd. De brief is geda­teerd op 1 au­gus­tus, feest­dag van de grote heilige moraaltheoloog Alfonsus Maria de Liguori. In de brief wordt de nieuwe tekst een authen­tieke ont­wik­ke­ling van de ge­loofs­leer (‘autentica sviluppo della dottrina’) genoemd die niet in tegen­spraak is met het voor­af­gaande leer­ge­zag van de Kerk.

Ontoelaat­baar

Hoe is het dan moge­lijk dat de nieuwe tekst stelt dat de doodstraf ontoelaat­baar is waar die in vroe­ger eeuwen en door eer­dere edities van de Cate­chis­mus in som­mi­ge gevallen wél voor toelaat­baar is gehou­den?

De reden hier­van is gelegen in een groter bewust­zijn van de men­se­lijke waar­dig­heid en in ver­schil­lende ont­wik­ke­lingen en de maat­schap­pij waardoor het niet meer nood­za­ke­lijk is de doodstraf toe te passen om de bur­gers te be­scher­men. Dat was ook al de reden waarom paus Johannes Paulus II zich bijna niet kon voor­stel­len dat het nog nodig was de doodstraf toe te passen, zoals sinds 1995 in de Cate­chis­mus stond: de Staat heeft zulke goede moge­lijk­he­den dat gevallen waarin de doodstraf nood­za­ke­lijk is om de schul­dige onscha­de­lijk te maken zeer zeld­zaam zijn, als ze über­haupt al voor­ko­men. In de nieuwe tekst wordt een stap ver­der gegaan en wordt eendui­dig gezegd dat het niet (meer) nodig is de doodstraf toe te passen en een groter bewust­zijn van de men­se­lijke waar­dig­heid dit des te meer ontoelaat­baar maakt. Dit is een stand­punt waardoor degenen die ijveren voor afschaf­fing van de doodstraf zich dui­de­lijker gesteund zullen voelen door de katho­lie­ke kerk: de katho­lie­ke kerk is tegen de doodstraf.

Afschaf­fing van de doodstraf

Er wordt in de nieuwe tekst dan ook niet gezegd dat er nooit omstan­dig­he­den zijn geweest of kunnen zijn waarin het toepassen van de doodstraf de enige moge­lijk­heid is, maar dat de toepas­sing van de doodstraf nu ontoelaat­baar is - gezien alle omstan­dig­he­den - en dat de Kerk zich er dus voor inzet de doodstraf overal afgeschaft te krijgen.

De ver­ta­lin­gen

De nieuwe tekst geeft dus aan dat het opleggen van de doodstraf ontoelaat­baar is. In de ver­ta­lin­gen die nu in Rome zijn voor­be­reid - Ita­li­aans, Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees en Pools - wordt dan ook het woord ‘ontoelaat­baar’ (‘inad­missible’) gebruikt, behalve -merk­waar­dig genoeg - in de Franse vertaling waar recht­streeks staat dat de doodstraf ‘inhumaan’ (‘une mesure inhumaine’) is. Die vertaling houdt min­der goed reke­ning met de in de tekst van het Rescript uitgedrukte opvat­ting dat de ontoelaat­baar­heid tenminste ten dele voort­komt uit ont­wik­ke­lingen in de maat­schap­pij naast een gegroeid bewust­zijn van de men­se­lijke waar­dig­heid en dat het nieuwe verbod niet tot de onveran­der­lijke god­de­lijke wet behoort. De tekst van de brief die paus Fran­cis­cus in 2015 had ge­schre­ven aan de Voor­zit­ter van de inter­na­tio­nale com­mis­sie tegen de doodstraf en die in de toelich­ting van kar­di­naal Ladaria (n. 6) wordt geci­teerd, luidt dan ook: "Heden ten dage is de doodstraf ontoelaat­baar...".

De wereldlijke arm...

In n. 8 van zijn toelichtende brief aan de bis­schop­pen schrijft kar­di­naal Ladaria dat de ver­an­de­ring van de tekst van de Cate­chis­mus een "authen­tieke ont­wik­ke­ling van de leer" tot uitdruk­king brengt, die niet in tegen­spraak is met eer­dere on­der­rich­tingen van het Leer­ge­zag". De kar­di­naal voorzag al een beschul­diging aan het adres van de paus, die inder­daad is geuit op allerlei web­si­tes, vooral dat de paus de leer van de Kerk had veran­derd. Immers, in de moraal­theo­lo­gie werd het vroe­ger als geoorloofd beschouwd om - wanneer dit het enige middel was - een mis­da­diger te doden die scha­de­lijk was voor het alge­meen wel­zijn omwille van de vei­lig­heid van de bur­gers. De bevoegd­heid daartoe berustte alleen bij de bur­ger­lijke over­heid, waarbij verwezen werd naar Rom. 13,4 (vgl. bijv. J. Aertnys, C. Damen, Theologia moralis, deel I, Turijn, 1928 [3], n. 569). Ook in do­cu­menten van pausen is te vin­den dat in bepaalde gevallen het als een gerecht­vaar­digde straf werd beschouwd dat een mis­da­diger werd over­ge­le­verd aan de wereldlijke arm en dus aan de doodstraf (vgl. bijv. p. Bene­dic­tus XIV, Ep. Enc. Quam Grave, 2 aug. 1757, n. 18: "..reus poenam traditionis Foro saeculari, atque ideo Capitis poenam incurrisset" en ver­der).

Ook toen al...

Zowel de opmer­king van kar­di­naal Ladaria als de afwijzende reacties op de nieuwe cate­chis­mus­tekst doen heel sterk denken aan de dis­cus­sie rond de Ver­kla­ring over de gods­dienst­vrij­heid (Dignitatis Humanae) van het tweede Vati­caans concilie. Ook in dit concilie­do­cu­ment wordt aange­ge­ven dat het in harmonie is met wat in het verle­den door het Leer­ge­zag was gezegd ("Daarom doorzoekt zij - de Vati­caanse kerk­ver­ga­de­ring JH - naars­tig de heilige traditie en de leer van de kerk en brengt daaruit, altijd in harmonie met het oude, nieuwe schatten te voorschijn" en: "...tast zij de tra­di­tio­nele katho­lie­ke leer... volstrekt niet aan...", DH 1).

Niet de tra­di­tio­nele leer?

Precies dát werd aan dit do­cu­ment verweten, onder meer door aarts­bis­schop Marcel Lefèbvre, die later de Pius X broe­der­schap zou stichten: het concilie­do­cu­ment zou niet in overeenstem­ming zijn met de tra­di­tio­nele katho­lie­ke leer. Want, zo zei­den de tegen­stan­ders, Dignitatis Humanae verklaart dat de men­se­lijke persoon recht heeft op gods­dienst­vrij­heid, terwijl Paus Pius IX juist de stelling had ver­oor­deeld dat het iedere mens vrij staat een gods­dienst te aan­vaar­den en belij­den, die hij - geleid door het licht van de rede - voor waar houdt (Syllabus Errorum, Denz. 2915). Dat is toch in tegen­spraak met elkaar?
Ook toen was het ant­woord dat de Kerk zich de men­se­lijke waar­dig­heid meer bewust gewor­den is: Het concilie wenste "de leer van de laatste pausen over de onschend­ba­re rechten van de men­se­lijke persoon en over de juri­dische orde­ning van de maat­schap­pij ver­der te ont­wik­ke­len" (DH 1, slot). Het ging er niet om een "super­markt­denken" te bevor­de­ren ("Kijk maar eens welke gods­dienst of ele­menten daar­van jij goed en aar­dig vindt"), de waar­heid blijft de waar­heid; maar de staat heeft niet het recht mensen hun gods­dienst­vrij­heid af te nemen.

Wat is er dan aan de hand met men­se­lijke waar­dig­heid en de juri­dische orde­ning van de maat­schap­pij, dat dit tot nieuwe inzichten leidt?

Ander uitgangs­punt (ander staats­be­grip) leidt tot andere con­clu­sies

De­mo­cra­tie en rechts­staat zijn begrippen die in de hui­dige bete­ke­nis van die woor­den een visie op maat­schap­pij en staat uitdrukken die in de tweede helft van de negen­tien­de en het begin van de twin­tigste eeuw ont­wik­keld zijn. Niet lan­ger zag men de heerser in de maat­schap­pij als iemand die naar eigen inzicht, zon­der aan mensen verant­woor­de­lijk­heid af te leggen, de objectieve waar­heid moet dienen in overeenstem­ming dus met de eisen van Gods wet, maar als iemand die - democra­tisch gekozen - bepaalde taken uitoefent in een maat­schap­pij en het alge­meen wel­zijn dient en daarover verantwoor­ding aflegt aan de volksver­te­gen­woor­diging. Paus Leo XIII beves­tigde al gauw dat deze staats­vorm niet tegen de leer van de Kerk was (vgl. Denz. 3150-3151; 3165; 3173-3174), al vereist de natuur - en dus uit­ein­delijk God zelf - wel dat er een gezag is. Na­tuur­lijk heeft die andere staats­vorm gevolgen voor het uit­oefe­nen van staats­macht.

Sociale leer

Sinds paus Leo XIII heeft de katho­lie­ke Kerk een sociale leer ontwikkelt, die de mens centraal stelt als naar Gods beeld en gelijkenis en als sociaal wezen geschapen. Het bekende en door velen gehan­teerde sub­si­dia­ri­teits­be­gin­sel, dat dit ver­woordt, komt bij­voor­beeld uit de En­cy­cliek Quadragesimo Anno (1931) van P. Pius XI (Denz. 3738). Die waar­dig­heid van de mens (en verbon­den daar­mee het door­denken van de plaats van de men­se­lijke persoon in een maat­schap­pij) is dus ener­zijds door de uit­wer­king van de sociale leer, ander­zijds door uit te gaan van een andere - democra­tische - staats­vorm, steeds meer naar voren geko­men. Uit­ein­de­lijk heeft de katho­lie­ke kerk uit­druk­ke­lijk verklaard - volgens mij voor het eerst in Octogesima Adveniens van P. Paulus VI (Denz. 4502) - dat de democra­tische bestuurs­vorm de voor­keur verdient omdat de bevol­king daarin zo veel moge­lijk kan participeren. Maar in feite gaat bij­voor­beeld Dignitatis Humanae ook al van deze democra­tische bestuurs­vorm en van de recht­staat uit. Deze 'nieuwe' staats­vorm bracht een andere en meer terug­hou­dende uit­oefe­ning van het gezag van de over­heid met zich mee en dat feit heeft con­se­quenties voor het toepassen van de doodstraf.
Kortom, de ge­wij­zigde tekst van de Cate­chis­mus wil zich reken­schap geven van het feit dat de doodstraf niet nood­za­ke­lijk is en dat de bur­ger­lijke over­heid zich terug­hou­dend moet opstellen ten aanzien van een men­se­lijke persoon, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, die de over­heid - reke­ning hou­dend met het alge­meen wel­zijn - wil dienen.

(Denz.: deze afkor­ting heeft betrek­king op de ver­za­me­ling van ker­ke­lijke uit­spra­ken die ooit voor de eerste keer is uitge­ge­ven door H. Denzin­ger en sindsdien vele malen is aan­ge­vuld en opnieuw ge­pu­bli­ceerd. De aange­ge­ven rand­num­mers gel­den voor de edities vanaf de zesti­ger jaren van de vorige eeuw: H. Denzin­ger, Enchiridon Symbolorum, definitionum et declarationum de rebus fidei et morum).

Nieuwe tekst

Hier­on­der laat ik de nieuwe Engelse tekst van de cate­chis­mus volgen:

The death penalty

2267. Recourse to the death penalty on the part of legitimate authority, follo­wing a fair trial, was long consi­dered an appropriate response to the gravity of certain crimes and an acceptable, albeit extreme, means of safeguar­ding the common good.

Today, however, there is an increa­sing awareness that the dignity of the person is not lost even after the com­mission of very serious crimes. In addition, a new understan­ding has emerged of the significance of penal sanctions imposed by the state. Lastly, more effective systems of detention have been developed, which ensure the due protection of citizens but, at the same time, do not definitively deprive the guilty of the possibility of redemption.

Con­se­quently, the Church teaches, in the light of the Gospel, that “the death penalty is inad­missible because it is an attack on the inviolability and dignity of the person”, and she works with determination for its abolition worldwide.

Terug