Arsacal
button
button
button
button


Hoe kunnen we bouwen aan een levende parochie?

Laatste dag van deze aflevering van de besturencursus

Artikel Parochie - gepubliceerd: zaterdag, 24 november 2018 - 1791 woorden
In de pauze
In de pauze

Op zater­dag 24 no­vem­ber vond alweer de laatste bij­een­komst plaats van de cursus ‘Pro­fes­sio­neel beheer en bestuur in de Kerk’. Dit keer lag het accent op ‘Bouwen aan de toe­komst’.Want dat is de grote vraag: we hebben de mond vol van ‘missio­naire kerk’ maar hoe kan onze lokale kerk­ge­meen­schap nu feite­lijk, concreet missio­nair wor­den en uit­stra­ling krijgen?

Mw. dr. Trees Verstegen (aarts­bis­dom Utrecht) ging in op de caritas­op­dracht van de kerk en dr. Tom Koot van bureau Xpand ging in op het ont­wik­ke­len van visie en strategie in de pa­ro­chie om te bouwen aan de toe­komst.

Overigens: het Centrum voor Pa­ro­chie­spi­ri­tua­li­teit en het R.K. Alpha­cen­trum zijn ook met deze vragen bezig en hebben onlangs een dag gehou­den in Utrecht over de plaats van het gebed daarin. In een eer­der bericht heb ik daarover ver­teld en mijn lezing daar ge­pu­bli­ceerd. Op de web­si­tes van beide centra is ook allerlei info te vin­den, onder meer over boek/project ‘Als God renoveert’ en ‘Rebuilt’.

In Heiloo kwamen de deel­ne­mers samen voor de besturen­cur­sus. Eerst heb ik met hen de heilige Eucha­ris­tie gevierd met een preekje over de lezingen van de dag: het evan­ge­lie over de ‘redenerende’ Sadduceën die niet geloven in het eeuwig leven waartegen­over Jezus de erva­ring van het Joodse volk plaatst dat God geen God van doden maar van leven­den is en de eerste lezing uit de Apocalyps van Johannes die ons con­fron­teert met een kerk die strijd en tegen­wer­king moet onder­gaan maar temid­den van dit alles op God moet blijven ver­trouwen.

Hier­on­der de be­lang­rijk­ste punten van de inlei­ding die ik ’s ochtends in Heiloo heb gehou­den.

Hoe kunnen we bouwen aan een levende pa­ro­chie?

De situatie van het volks-katho­li­cisme is er niet meer, dat betekent dat een andere opstelling nodig is. Je bent niet meer met het hele dorp katho­liek of een groot deel daar­van katho­liek, je kunt niet meer opgaan in de grote groep. Vroe­ger werd het kerk-zijn en gelovig-zijn gedragen door een sociale structuur, nu meer: de in­spi­ra­tie, steun en voe­ding moet gevon­den wor­den in de eigen geloofs­ge­meen­schap, daar gaan we naar toe. Dat is soms nog moei­lijk te begrijpen: een pas­to­raal werker ver­telde me: vrij­wil­li­gers had­den een vie­ring voor­be­reid, maar het woord “God” kwam er nau­we­lijks in voor. Toen hij daar iets over opmerkte zei­den de vrij­wil­li­gers: de mensen hier willen dat helemaal niet.

Open­heid naar God

1. Werk niet alsof het allemaal van jezelf afhangt: Niet alleen wat jezelf doet, op de eerste plaats gaat het om wat God doet.

2. We moeten erom bid­den: Heer, geef dat wij een levende pa­ro­chie­ge­meen­schap mogen zijn. Gebed, medi­ta­tie, aanbid­ding in de pa­ro­chie zijn be­lang­rijk. Creëer in je pa­ro­chie een ambiance waarin God centraal staat en mensen Zijn te­gen­woor­dig­heid (ge­mak­ke­lijker) kunnen beleven.

3. In je gezin voor­gaan in geloof: door te bid­den, liefst ook samen; door samen eens een goede film te bekijken, door te praten over deze dingen. Mogen je kin­de­ren eigen­lijk weten wat geloof voor je betekent? Een mooie erva­ring meemaken (Lourdes, WJD, enz.). Samen op bede­vaart gaan.

Open­heid naar anderen

4. Een pa­ro­chie­ge­meen­schap is niet levend als je het samen met elkaar zo gezellig hebt, zij kan niet slechts bestaan uit leuke clubjes van mensen die het goed hebben met elkaar. Kan er ge­mak­ke­lijk iemand bij onze groep? Staan we echt open voor anderen? Of moet een nieuw iemand helemaal in ons plaatje passen?

5. De Kerk moet open zijn, uit­no­di­gend: hoe kun je de drempel verlagen? Mensen welkom heten, als er een nieuw iemand binnen­komt, moet die persoon zich niet verloren voelen. Mensen uit­no­di­gen om te komen. Mensen die geko­men zijn laten merken dat ze welkom zijn; mensen opnemen in een groep of ac­ti­vi­teit die bij hen past (gebeds­groep, gespreks- en studie­groep, werk­groep enz.). Hun ook de tijd geven om erin te groeien. Contacten leggen. Be­lang­rijke vraag: hoe leggen we contacten met andere, nieuwe mensen, ook per­soon­lijke contacten, wellicht met een concrete uit­no­di­ging. Die vraag moet centraal staan in een pa­ro­chie die open wil staan voor nieuwe mensen.

In deze zin: wees een missio­naire kerk.

6. Ook brede ac­ti­vi­teiten proberen te or­ga­ni­se­ren naast de zon­dagse Mis of vie­ring, dus iets waar je niet perse gelovig katho­liek voor hoeft te zijn, iets dat een verbin­ding legt tussen de pa­ro­chie en andere mensen, tussen geloof en leven en dat laat zien dat de kerk rele­vant is in bre­der ver­band. Dat kan bij­voor­beeld door een lezing te or­ga­ni­se­ren, of een ten­toon­stel­ling, een film over de ge­schie­de­nis van pa­ro­chie en kerk, een uit­no­di­ging aan alle kin­de­ren om mee te doen met de palmpaasop­tocht, een concert met medi­ta­ties in de kerk, een lezing over stervens­be­ge­lei­ding en pal­lia­tieve zorg of over opvoe­ding of iets derge­lijks. Een bre­der thema kiezen is even­eens be­lang­rijk, wel een thema waarin je dui­de­lijk ook je geloof kunt laten door­klin­ken. Daar breed aan­dacht voor vragen en uit­no­di­gen (Facebook en andere social media, web­si­te, pers­be­richten, flyers, affiches, plaat­se­lijke radio, plaat­se­lijke kranten; als er een tame­lijk vaste en uit­ge­werkte com­mu­ni­ca­tie­struc­tuur is, werkt het ge­mak­ke­lijker).

Meer mensen zeggen te bid­den dat dat er mensen aan­ge­ven gelovig te zijn! Mensen zijn vaak min­der open voor directe geloofs­ver­kon­di­ging (die ook nodig is) dan voor bij­voor­beeld een kaarsje ops­te­ken. Mis­schien is nog be­lang­rijker voor een eerste stap te trachten een erva­ring mee te geven dan te ver­kon­di­ging. Er is weinig stilte in onze maat­schap­pij! God ervaren!

De Vie­rin­gen

7. Heel be­lang­rijk zijn goed ver­zorgde vie­rin­gen, die een missio­naire uit­stra­ling kunnen hebben. Is onze vie­ring zo dat die nieuwe mensen kan aanspreken? Mis­schien is polyfone muziek niet altijd de beste keuze, tenzij het koor echt top­klasse is. De vie­ring moet het gevoel geven: “Nu ben ik er weer trots op katho­liek te zijn”. De katho­lie­ke li­tur­gie is de katho­lie­ke li­tur­gie, daar moeten we niet mee ‘rommelen’, maar het is na­tuur­lijk goed moge­lijk te or­ga­ni­se­ren wat mensen aanspreekt: Aller­zie­len, Palm­zon­dag, Goede Vrij­dag, de kerst­tijd, Wereld­dag van de Armen, Dodenher­den­king, Wereld­vre­des­dag enzo­voorts, kunnen zich ervoor lenen om mensen bij kerk en geloof te betrekken door een ac­ti­vi­teit of een intentie die liefst ook met het leven van de mensen ter plaatse in ver­band staat. Leg verbin­dingen en tege­lijk: houd de kerk in het mid­den, dat wil zeggen: in de ac­ti­vi­teiten moet het geloofsper­spec­tief goed naar voren komen. Ons doel is dat vele mensen Jezus Christus, Zijn evan­ge­lie en Zijn kerk leren kennen en waar­de­ren.

8. De Heer in ons mid­den! We moeten niet te veel alles maken tot een overleg over het doen van dingetjes. Hou het geloofsper­spec­tief erbij! Durf te beginnen met een gebed en zeg af en toe eens iets over waar we dit allemaal voor doen, dat het waarde­vol is om het geloof door te geven aan volgende gene­ra­ties.

9. De Eucha­ris­tie in het mid­den hou­den. Niet om iets af te doen aan de inzet van mensen die geen pries­ter zijn, wel om te weten dat het daarom gaat. De Heer heeft ons de Eucha­ris­tie gegeven als ge­dach­te­nis en vie­ring van Zijn paas­mys­te­rie. De centrale bete­ke­nis van de Eucha­ris­tie is onder­streept door het tweede Vati­caans concilie en door paus Johannes Paulus II in zijn En­cy­cliek Ecclesia de Eucha­ris­tie. Daar komen we als volk van God bij elkaar. Het is daarom goed en zelfs be­lang­rijk dat we de Eucha­ris­tie­vie­ringen trachten te maken tot ware ge­meen­schaps­vie­ringen (in alle respect voor de li­tur­gische richt­lij­nen): met deelname van lectoren, leden van de ge­meen­schap die voor­beden doen, offergaven­pro­ces­sie, af en toe een ge­tui­ge­nis van iemand uit de ge­meen­schap, samenzang enzo­voorts. In de Eucha­ris­tie­vie­ring moet dui­de­lijk wor­den dat die gedragen wordt door de pa­ro­chie­ge­meen­schap.

10. Zorg dat niet alleen in de kerk alles goed gaat, maar probeer ook naar buiten te tre­den. Daar hebben we het al even over gehad: ook brede ac­ti­vi­teiten zijn be­lang­rijk, niet in de plaats van de zon­dagse vie­ring, maar daar­naast.

Negatieve berichten, ruzies en relletjes

11. Als er een relletje is in de kerk: probeer dan de juiste in­for­ma­tie te vin­den en die onder de aan­dacht te brengen, bijv. over het homo-stand­punt van de paus of over seksueel mis­bruik. Laat je niet te ge­mak­ke­lijk mee­ne­men door de emotie van het moment en probeer feite­lijke in­for­ma­tie te verzamelen en door te geven. Niet alles klopt wat er in de pers wordt ge­roe­pen, ook al zit er een kern van waar­heid in. Probeer goed te over­we­gen hoe het over­komt wat je zegt of doet. Het kan wel zijn dat je zelf even je gevoel hebt geuit, maar kan een ander dat wel voldoende plaatsen? Geef je door je eigen optre­den voldoende po­si­tie­ve uit­stra­ling aan de bood­schap waar we voor staan. Kijk niet alleen naar de hiërarchie (paus, bis­schop), we zijn samen verant­woor­de­lijk voor de toe­komst van onze kerk en ons geloof (denk bijv. aan fusie­pro­ces­sen, kerk­slui­tingen, het komen tot een levende pa­ro­chie).

12. Treedt niet met ruzies naar buiten, probeer die intern op te lossen. Het enige effect van over elkaar heen rollen in de media of met brieven is vaak dat mensen denken: wat is dat voor een raar stelletje, daar wil ik niet bij horen. Heb je ruzie met iemand, zoek een weg naar vrede en ver­zoe­ning. Probeer niet in te vullen wat de slechte intenties van de ander zijn; na­tuur­lijk je hebt je eigen emoties, maar je kunt er don­der op zeggen dat het allemaal niet zo zwart wit ligt, als jij het nu ziet.

Het teken van christen-zijn is de liefde: “Ziet hoe zij elkan­der lief­heb­ben”. “Waar vriend­schap heerst en liefde, daar is God”.

Zoeken naar verbre­ding

13. Als de eigen ge­meen­schap niet levensvat­baar is als echte ge­meen­schap met jong en oud, eerste heilige communie en vormsel, kin­der­ca­te­che­se en jon­ge­ren­werk, caritas ac­ti­vi­teiten en ac­ti­vi­teiten naar buiten toe, dan is het tijd om de ge­meen­schap te verbre­den of liever: ge­meen­schap te gaan vormen op een ruimere schaal.

14. De weg is niet: de kerk sluiten en daarna ge­meen­schap gaan vormen in bre­der ver­band, maar precies om­ge­keerd: eerst ge­meen­schap gaan vormen in bre­der ver­band en als de lokale groep daarin goed zijn weg heeft gevon­den, kunnen som­mi­ge onontkoom­ba­re stappen wor­den gezet, zoals soms ook kerk­slui­ting.

15. Ge­meen­schaps­vor­ming in bre­der ver­band kan allerlei vormen aan­ne­men: fiets­tocht of wandel­tocht langs de ver­schil­lende kerken, een ge­za­men­lijke vie­ring bij bepaalde gelegen­he­den, ge­za­men­lijke pa­ro­chie-avon­den, bede­vaarten en andere ac­ti­vi­teiten, om- en om vieren, enzo­voorts. Deze fase vraagt om creativi­teit ter plaatse.

Denk niet te gauw dat dit soort ac­ti­vi­teiten te veel inzet en tijd vragen; een (te) plot­se­linge en te weinig voor­be­reide afkon­diging van bij­voor­beeld een kerk­slui­ting kan veel negatieve energie opwekken en per saldo de ge­meen­schappen niets opleveren, aan geld en aan mensen...

Tot slot

16. Geloof in de Heer die de Kerk leidt! Geloof in de bood­schap die Jezus Christus ons heeft gebracht. Laat dat bij alles wat je doet en zegt de onder­stroom zijn.

Terug