Arsacal
button
button
button
button


Je hebt een moeder!

Maria Tenhemelopneming bij Onze Lieve Vrouw ter Nood

Overweging Preek - gepubliceerd: vrijdag, 12 augustus 2022 - 1236 woorden

Zondag­mid­dag 14 au­gus­tus heb ik de Eucha­ris­tie gevierd in Heiloo met de pro­ces­sie voor het feest van Maria Ten­hemel­op­ne­ming. Ook op het feest zelf, 15 au­gus­tus, is er een plech­tige en fees­te­lij­ke Mis met mgr. Ron van den Hout, Bis­schop van Gro­nin­gen-Leeu­war­den. Die begint om 12.00 uur. Hoe was de vie­ring op zon­dag­mid­dag?

De Eucha­ris­tie­vie­ring vond buiten plaats, zoals in Corona tijd gebruike­lijk is gewor­den. Achter het Juliana­kloos­ter was de Mis en er waren ruim twee­hon­derd mensen voor geko­men. Kin­de­ren sprongen op de trampoline achterin de tuin, die had­den hun eigen Hemel­vaart. De zusters van het Mens­ge­wor­den woord zorg­den voor de zang. Rector Jeroen de Wit, pastoor Jacques Quadvlieg en kape­laan Teun Warnaar con­ce­le­breer­den. De homilie vindt u hier­on­der. Aan het einde van de Mis zijn we in pro­ces­sie naar de genade kapel gegaan waar de vie­ring werd af­ge­slo­ten met het Engel des Heren en het Salve Regina.

De temperatuur was nog hoog, gelukkig kon­den de meeste mensen in de schaduw zitten of zochten ze zelf een plekje buiten de zon.

we hebben zo weer een mooi Maria­feest en een mooie bede­vaarts­dag gehad. In Heiloo was er nog meer aan de hand, behalve het rozen­krans­ge­bed en de biecht­gele­gen­heid was er ook een concert in het park.

Homilie

Je hebt een moe­der!

Niet zweverig

Na­tuur­lijk, we willen met onze beide voeten
op de grond staan,
niet zweverig zijn, maar reëel.
Maar we ervaren denk ik allemaal wel
dat we soms wat afstand moeten nemen,
niet helemaal op moeten gaan
in de dage­lijkse wer­ke­lijk­heid,
niet alleen maar naar het aardse moeten kijken
om het leven en alles goed te begrijpen.

Waartoe zijn wij op aarde?

Mensen denken en zeggen vaak:
ik heb het recht
om hier en nu gelukkig te zijn,
ik mag het toch wel
een beetje goed en pret­tig hebben?
Ja, na­tuur­lijk wel,
al is het leven toch met ups en downs
en horen verdriet én vreugde erbij,
een lach én een traan.

De ouderen onder ons
hebben het als ant­woord op de vraag:
“Waartoe zijn we op aarde?”
in de school-cate­chis­mus geleerd:
“Wij zijn op aarde om God te dienen
en daardoor in de hemel te komen”
of in de latere edities:
“We zijn op aarde om God te dienen
en daardoor hier en hiernamaals
gelukkig te zijn”;
want het geloof geeft je vrede en geluk
ook al in deze wereld,
je hebt een anker, een basis,
een fun­dament,
maar het be­lang­rijk­ste is toch wel
dat we hier zó leven
dat we later in de hemel kunnen komen.

Dit feest raakt ons allen

Vandaag kijken we naar de hemel,
we be­schou­wen de maagd Maria,
verheer­lijkt naar lichaam en ziel in de hemel.
Deze dag van glorie voor Maria
is een groot feest,
ook voor ons
want de Ten­hemel­op­ne­ming
is niet alleen iets voor Maria zelf,
die raakt ons allemaal.
Waarom?
Omdat Maria ons vóórgaat,
omdat Maria één van ons is,
zij is een vrouw
die een een­vou­dig en nederig leven heeft geleid,
met het nodige lij­den.

Een van ons

Maria heeft angst gekend en armoede,
soms was er onbegrip bij haar en lij­den.
Ook zij - net als wij -
heeft de plannen van de Heer
niet altijd begrepen.
“Kind, waarom heb je ons dit aan­ge­daan?“,
roept Maria uit
als zij Jezus terug vindt in de tempel (Lc. 2, 48).
Zij kon het niet begrijpen.
Voor Maria was geen plaats in de her­berg,
zij moest bevallen
in primitieve en moei­lijke omstan­dig­he­den
met haar kind in een voe­derbak voor dieren;
zij is een vluch­te­ling geweest,
in balling­schap in Egypte.
En zij werd een mar­telares
zon­der te sterven,
meelij­dend, bij het kruis van haar Zoon.

Ondanks alles...

Maria heeft, net als wij,
de be­proe­vingen en de uit­dagingen
van dit aardse leven onder­gaan
en zij heeft daarbij, ondanks alles,
een zuiver hart bewaard,
een blij en goed hart
en zij is altijd trouw ge­ble­ven
en open voor de plannen van God met haar leven.
En zo kon het gebeuren
dat zij de eerste was
die het hemelse geluk
met ziel én lichaam mocht ervaren.
Zo wijst Maria ons in feite de weg,
zij gaat ons voor...
Zij is ons beste lijntje naar de hemel.

Als je rondkijkt in het Hei­lig­dom

Als je bij Onze Lieve Vrouw ter Nood
de kruis­weg bidt,
hier in de bede­vaart­ka­pel
of stilletjes mijmerend
langs de kruis­weg­ka­pellen,
verspreid over het hei­lig­dom
of ook, als je naar de muur­schil­deringen
van Han Bijvoet kijkt
in de genade­ka­pel,
dan zie je dui­de­lijk en met eigen ogen
hoe het leven van de moe­der van Jezus
verbon­den is geweest
met het verlos­sings­werk van de Heer.
Het is Maria die de uit­no­di­ging
van de aartsengel Gabriël aanneemt
om moe­der te wor­den van God,
het is Maria die Jezus baart
en Hem ter wereld brengt,
dat kunnen we prach­tig zien
in de genade­ka­pel.
En als Jezus Zijn kruis draagt
is Maria daar wéér
en zij staat naast het kruis op Golgotha;
zij lijdt en heeft verdriet,
helemaal verbon­den met haar Zoon
in Zijn verlossend lij­den.

Zij deelt erin

Maria heeft in het leven en het lij­den
van Jezus gedeeld
en zij deelt ook volle­dig
in de vreugde van Zijn ver­rij­ze­nis
en van Zijn hemel­vaart.
Maria heeft deel
aan de vreugde van de hemel
met lichaam en ziel.

Beeld en eersteling

Die moe­der van God
is ook aan ons als moe­der gegeven.
Zij is “beeld en eersteling van de Kerk”,
heeft het tweede Vati­caans concilie gezegd (LG 68).
Maria is het beeld van de Kerk,
zij is een beeld van dat volk van God
dat onderweg is,
op pelgrims­tocht naar de hemel.
Dat volk zijn wij allemaal!

Zo'n moe­der!

Maria is onze moe­der,
de moe­der van dat grote gezin van de Kerk,
een we­reld­wijde familie.
Dat betekent dat zij doet
wat een echte moe­der doet:
zij begeleidt ons,
zij gaat met ons op weg,
zij is dicht bij ons,
zij steunt ons als we blij zijn
en als we het moei­lijk hebben
met het hart van een liefde­volle moe­der.

Loop naar je moe­der

Dus, ik zou zeggen:
zoek haar op!
Ga naar haar toe!
Praat met je hemelse moe­der
spreek met ver­trouwen, over alles...
Zij begrijpt je, zij houdt van je, zij bidt voor je.

Veel kin­de­ren lopen snel naar hun moe­der
als zij gevallen zijn.
Ze moeten dan heel erg huilen,
maar als mama een kusje op de zere plek geeft,
doet het al lang niet zo’n pijn meer.
Na­tuur­lijk kan het zijn,
als het kind heel erg gevallen is,
dat het kind ook naar de dokter moet
die de wond ver­zorgt en beter maakt.
Maar dat kind is al gerust­ge­steld
en kan er al zo’n beetje mee leven
door dat liefde­volle kusje van z’n mama.

Die dokter, de echte arts, dat is Jezus Christus.
Hij heeft door de zal­ving van de verlos­sing
al onze won­den genezen.
Maar die mama is Maria
die er altijd is en voor je klaar staat
om je steun en troost te geven.
Die mama ontmoet je in het diepste van je hart,
in je gebed
en op bij­zon­dere plekken
zoals dit Hei­lig­dom.

Hoop op toe­komst

Maria is zoals wij,
ze is een een­vou­dige, nederige vrouw
en tege­lijk:
Maria is de eerste die in vol­heid
onze eeuwige bestem­ming
mocht beleven.
Laten we vandaag naar die verheer­lijkte Maria kijken,
zij is de zekere hoop op een toe­komst
die de Heer ook voor ons heeft bereid.
Want dit is het wat God ook voor ons zal doen
als wij een een­vou­dig en nederig hart hebben,
open en vol ver­trouwen,
zoals Maria.

Je moet dus de moed niet verliezen,
verlies nooit de moed!
Je hoeft geen angst te hebben,
want je hebt een moe­der!


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug