Arsacal
button
button
button
button


Vernieuwing van de parochies - Kerk-zijn in deze tijd

Inleiding op de Parochiebesturendag in Heiloo

Artikel Parochie - gepubliceerd: zaterdag, 10 september 2022 - 2768 woorden
tijdens de inleiding van de bisschop
tijdens de inleiding van de bisschop
in de rij voor de lunch
in de rij voor de lunch
tijdens de lunch
tijdens de lunch

Op de besturen­dag die zater­dag 10 sep­tem­ber in Heiloo is gehou­den heb ik mijn visie gegeven op de toe­komst van de pa­ro­chie en wat er zou moeten gebeuren in ons bisdom om die toe­komst voor te berei­den.

 

Vernieu­wing van de pa­ro­chies: Kerk-zijn in ons bisdom, in deze tijd

+Johannes Hendriks, Bis­schop van Haar­lem-Am­ster­dam

Een moei­lijke tijd...

De afgelopen twee-en-een-half jaar zijn voor vrijwel niemand ge­mak­ke­lijk geweest. De Corona-periode had vele aspecten van het ker­ke­lijk leven lam gelegd en onze kerken zijn gedurende lan­gere tijd maar beperkt toe­gan­ke­lijk geweest. Gelo­vi­gen kon­den de kerk niet bezoeken, koren kon­den niet zingen, cateche­tische en pas­to­rale ac­ti­vi­teiten kon­den niet of maar op beperkte schaal wor­den geor­ga­ni­seerd. Ik waar­deer de creatieve ini­tia­tie­ven die in die tijd zijn geno­men en bedank ie­der­een die zich heeft ingezet om ondanks de situatie toch in contact te komen met de pa­ro­chi­anen, ac­ti­vi­teiten online of op andere manieren toch doorgang te laten vin­den en de vele mensen die een­zaam waren en het moei­lijk had­den bij te staan. Dank aan de pas­to­rale krachten, be­stuurs­le­den en alle vrij­wil­li­gers die hun best hebben gedaan om mensen ook in die tijd met de liefde van Christus nabij te zijn!

De gevolgen

Intussen is wel dui­de­lijk gewor­den dat de Corona-pandemie het proces van krimp waar we al in zaten, heeft versneld: trouwe kerk­gan­gers op leef­tijd zijn nog ouder gewor­den en hebben de kerkgang soms niet meer opgeno­men, anderen zijn gewend geraakt aan een andere invulling van de zon­dag­mor­gen, vrij­wil­li­gers zijn afgehaakt, koren zijn gestopt. En voor de relatie met God geldt helaas wat in veel gevallen op de relatie onder mensen van toepas­sing is: uit het oog, uit het hart. Als je een relatie niet on­der­houdt bloedt die dood. Als je elkaar lang niet ziet en er geen bij­zon­dere moeite voor hebt gedaan om elkaar te zien, zal die relatie wellicht als een nachtkaars uit­gaan. Het is ook voor het geloof en voor de relatie met God heel be­lang­rijk dat die gevoed wor­den, op de eerste plaats door de sacra­menten en door het gebed. Zonder diepgang wordt alles anders, door de levende band met de goede God krijgt alles een ander per­spec­tief. Tege­lijk moeten we denk ik niet vergeten dat het verlangen naar God ergens diep in het hart van iedere mens verborgen zit: “Onrus­tig is ons hart, totdat het rust vindt in U”, zei Au­gus­ti­nus al. Ieder mens heeft ten diepste een verlangen om gekend en bemind te zijn en te leven. Het is de kern van de bood­schap van het evan­ge­lie dat er een God is die ons leven zin en bete­ke­nis geeft, die van onze aardse levensweg een pelgrims­tocht maakt naar Leven en geluk. We zijn op aarde om God te dienen en hier en hiernamaals gelukkig te zijn, was het ant­woord in de schoolcate­chis­mus op de vraag waartoe we op aarde zijn.

Ker­ke­lijke ont­wik­ke­ling

We maken dus een pijn­lijke ont­wik­ke­ling door van krimp, die door de Corona-periode is versneld. Deze ont­wik­ke­ling heeft zijn weer­slag op het aantal kerk­gan­gers, op de finan­ciën en dus ook op de processen waar we al lange tijd in staan. De nota “Nieuwe tij­den, nieuwe wegen” was van 2004! We zijn nu dus acht­tien jaar ver­der... Sinds 1 januari 2014 zijn de pa­ro­chies in samen­wer­kings­ver­ban­den verenigd. De ver­volgnota van 2012 - ook al weer tien jaar gele­den - had de hoop uit­ge­spro­ken dat dit in eerste instantie tot vijf­tig à vijfen­vijf­tig pa­ro­chies zou lei­den, in het bewust­zijn dat ver­dere fusies nood­za­ke­lijk zou­den zijn. In nogal wat gevallen heeft de opdracht tot samen­wer­king ook veel weerstand en verzet opge­roe­pen en is de “ge­meen­schapszin in groter ver­band” niet goed op gang geko­men. Dat is helaas ook nogal eens zo waar de lokale ge­meen­schap heel klein gewor­den is en de in­kom­sten sterk zijn terug gelopen. De ont­wik­ke­ling en de processen verlopen stroperig en traag, omdat bijna ie­der­een het moei­lijk vindt om het verle­den los te laten.

Missio­naire kerk

Toch staan we voor een mooie en grote uit­daging en hebben we een prach­tig geloof. Ik zou willen dat ie­der­een dat geloof zou leren kennen als een schit­te­rende schat en bron van vreugde en vervulling voor het eigen leven. We willen anderen graag laten delen in die vreugde van het geloof door wat te­gen­woor­dig genoemd wordt de “Missio­naire Kerk”. Dat betekent: een kerk die actief mooie trajecten aanbiedt van kennis en ver­die­ping van het geloof, van vor­ming tot de navol­ging van Jezus Christus, van zorg voor de zwakkeren in de samen­le­ving vanuit die chris­te­lijke en katho­lie­ke levens­over­tui­ging, een kerk die mensen nabij is en pas­to­rale zorg biedt en met een bezielende Eucha­ris­tie­vie­ring als centrale ont­moe­tings­plek met de Heer en met elkaar viert dat zij ge­meen­schap is van Jezus Christus en leeft van Zijn gaven, een kerk ook die zich niet opsluit in zich­zelf maar open staat voor nieuwe mensen.

Aanbevelingen en ge­rea­li­seerde ini­tia­tie­ven

Ik zou willen aanbevelen om voor de wij­dere regio een pas­to­raal plan te maken: welke ini­tia­tie­ven zou je willen nemen? Welke priori­teiten zou je willen stellen? Wat wil je bereiken in het ko­men­de jaar of ko­men­de jaren? Wie zou­den zich daarvoor in kunnen zetten?

Om dit te kunnen bereiken kan het niet anders dan dat we te grote versnippe­ring vermij­den en met name een te veel tijd en energie kostende inzet voor het in stand hou­den van gebouwen en struc­tu­ren. Het is eigen­lijk niet ver­ba­zing­wek­kend dat pries­ters uitge­put raken als zij hun tijd en energie moeten beste­den aan ver­ga­de­ringen met mensen die niet willen bewegen en samen­wer­king feite­lijk blokkeren, terwijl niemand opmerkt dat een trouwe pa­ro­chi­aan al een tijd ziek thuis zit, nieuwe pa­ro­chi­anen niet wor­den bezocht en er weinig of geen ac­ti­vi­teiten voor kin­de­ren, jon­ge­ren en ge­zin­nen zijn of op cari­ta­tief (diaco­naal) gebied.

Naast het gebed en de sacra­menten zijn de missio­naire uit­stra­ling, de samen­wer­king met elkaar en de ge­meen­schaps­er­va­ring be­lang­rijk. In ons bisdom zijn be­lang­rijke factoren daarin op bisdom-niveau: het Sint Boni­fa­tius­in­sti­tuut voor de theo­lo­gische vor­ming van leken, cate­chisten en per­ma­nent diakens in deel­tijd; The Mis­sio­na­ry School, een vor­mings­tra­ject voor jon­ge­ren, het hei­lig­dom van Onze Lieve Vrouw ter Nood met retraites, be­zin­ning, lezingen en work­shops, de cursussen voor communiebe­die­naren die op de vor­ming van gelo­vi­gen gericht zijn, de cursus voor (toe­koms­tige) kerk­be­stuurs­le­den en PCI-be­stuur­ders. Daar­naast zijn de grote bisdom-bij­een­komsten bij de nieuw­jaars­re­cep­tie, de Chrisma-mis, de pries­ter­wij­dingen, dagen zoals deze voor pa­ro­chie­be­stuur­ders, voor pas­to­rale krachten en kosters, het tiener­kamp, de gezins- en familie­da­gen op ver­schil­lende centrale plaatsen in ons bisdom, bisdom-bede­vaarten, de gesprekken in het kader van het Synodaal proces die we hebben gehad en andere bij­een­komsten en ac­ti­vi­teiten allemaal momenten om het Samen-Kerk-zijn bisdom-breed te ver­ster­ken. Wat tij­dens de Corona-tijd niet goed moge­lijk was, hopen we daarom lang­zaam aan weer op te gaan pakken. Deze en andere bij­een­komsten zijn be­lang­rijk voor de ver­ster­king van de on­der­lin­ge band binnen ons bisdom. Want dit is een van de zaken waar het tweede Vati­caans concilie de nadruk op heeft gelegd: je bent als pa­ro­chie een “cel” van het bisdom (vgl. AA 10, 3; CD 30), dat bisdom is de “par­ti­cu­liere kerk”, zoals het concilie die noemt: wer­ke­lijk kerk én onder­deel van de uni­ver­se­le kerk; dat wil zeggen: het samen kerk-zijn krijgt aller­eerst binnen een bisdom gestalte, in een­heid met de kerk als geheel.

Kenmerken van een pa­ro­chie

Wat is een pa­ro­chie? Daarover kunnen we na­tuur­lijk veel vin­den in de ker­ke­lijke do­cu­menten, waar­on­der het wet­boek van canoniek recht (m.n. cc. 515-530). Het komt steeds hierop neer: centrum van de pa­ro­chie - hoogte­punt en bron - is de Eucha­ris­tie­vie­ring, op de eerste plaats op de zon­da­gen wanneer we het Pasen van de Heer vieren: Hij heeft ons vrijgekocht en tot ge­meen­schap ge­roe­pen, volk van God. De zon­dagse Eucha­ris­tie is de kern en die moet dus goed ver­zorgd zijn, waar­dig en fees­te­lijk, met be­trok­ken­heid van ie­der­een, een vie­ring van de Heer en van de ge­meen­schap. De goed ver­zorgde ver­kon­di­ging is daarbij van belang, die zal erop gericht zijn het woord van God bij de mensen te brengen, actueel te maken, zodat zij er in hun leven door wor­den gevoed. Daar­naast zijn er de andere sacra­menten: doopsel, vormsel, biecht en zie­ken­zal­ving als de momenten waarop we de verlossende kracht van Christus ont­moe­ten (naast de sacra­menten die een sacra­men­tele levens­staat bie­den: het huwe­lijk en het pries­ter­schap).

Verder is van belang dat er pas­to­rale nabij­heid is, dat de zieken wor­den bezocht, dat er geen afwachtende hou­ding wordt aan­ge­no­men, maar er actief wordt gezocht om de mensen nabij te kunnen zijn. Op welke manieren kunnen we contact krijgen met de pa­ro­chi­anen én met anderen die wellicht open zou­den staan voor de bood­schap van het evan­ge­lie? Dat is niet alleen een taak van de pries­ters, diakens, pas­to­raal werkers en cate­chisten, maar van ie­der­een. Voor hen en voor ieder die de missie van de kerk méé draagt en voor ieder die ervoor open staat is vor­ming van groot belang: cateche­tische bij­een­komsten en trajecten van inlei­ding in het gees­te­lijk leven en gees­te­lij­ke be­ge­lei­ding zijn dus een wezen­lijk onder­deel van een pa­ro­chie. Wat dat betreft is het be­lang­rijk een verwel­ko­mende pa­ro­chie te zijn en nieuwe mensen gelegen­heid te bie­den het katho­lie­ke geloof te leren kennen, bij­voor­beeld door de Alpha cursus. Vorming, ont­moe­ting, be­ge­lei­ding voor kin­de­ren, jon­ge­ren, ge­zin­nen en ouderen: dat alles is een kenmerk van de pa­ro­chie zoals die bedoeld is. Ook de caritas, aan­dacht voor mensen die hulp nodig hebben, voor mensen die niet rond kunnen komen, voor vluch­te­lingen, mensen die een­zaam zijn, ook dat behoort tot de essentie van pa­ro­chie-zijn. Kort samen­ge­vat: de vie­ring van de Eucha­ris­tie en de sacra­menten, de ver­kon­di­ging van het evan­ge­lie, missie, catechese en vor­mings­bij­een­komsten en gees­te­lij­ke be­ge­lei­ding, pas­to­rale nabij­heid en de caritas, zorg voor de naaste in moei­lijke omstan­dig­he­den en missio­naire ac­ti­vi­teiten waar­mee nieuwe mensen kunnen wor­den bereikt zijn vaste onder­de­len - of horen dat te zijn - van een katho­lie­ke pa­ro­chie. Na­tuur­lijk zal in de ene pa­ro­chie iets meer nadruk liggen op het ene aspect en in een andere pa­ro­chie weer meer op een ander aspect, maar al deze ele­menten horen er ergens wel bij.

Hobbels en blok­kades

Hoe krijgt dit alles in onze pa­ro­chies gestalte? Ik denk dat we eer­lijk moeten zijn: in feite zijn de meeste pa­ro­chies in ons bisdom niet in staat om dit te rea­li­se­ren. Ze staan hier best ver van af. Er gaat veel tijd verloren aan wat ik intussen maar “hobbels en blok­kades” ben gaan noemen op de weg naar een missio­naire kerk. Tot die hobbels en blok­kades behoort onder meer dat er te veel locaties zijn, dat de fusie­pro­ces­sen - na het vormen van de samen­wer­kings­ver­ban­den - sterk achter­blij­ven bij onze ver­wach­tingen, dat er te veel geld, tijd en hoofd­bre­kens weg­vloei­en naar te veel struc­tu­ren en naar het zich vastk­lampen daaraan. Er zijn veel plaatsen waar weinig mensen samen­ko­men, die voor­na­me­lijk ouderen zijn, voor wie na­tuur­lijk - dat wil ik geenszins ontkennen! - wel weer li­tur­gische en pas­to­rale zorg be­schik­baar moet zijn.

Op die plaatsen kunnen we niet ver­wach­ten dat de reali­sa­tie van een pa­ro­chie met een missie moge­lijk zal zijn. Het is te hopen dat men lokaal dan de moed heeft om daar rea­lis­tisch naar te kijken; het heeft dan geen zin om toch te willen dat de weinige mensen die men nog wel kan bereiken, per se aan die kleine locatie wor­den gebon­den.

Er is daar­naast een aantal plaatsen in ons bisdom waar de po­ten­tie wél aanwe­zig is om zich te ont­wik­ke­len tot missio­naire kerk, maar die zich niet goed kunnen ontplooien door allerlei factoren.

Wat kan het bisdom doen?

Na­tuur­lijk stelt dit ook de lei­ding en de pas­to­rale diensten van ons bisdom voor de vraag: wat kunnen we doen om hierin ver­an­de­ring te brengen? Wat kunnen we doen om pa­ro­chies meer ef­fec­tief te maken? Wat kunnen we doen om centra te krijgen waar de missie van een katho­lie­ke pa­ro­chie met en­thou­sias­me en vuur gestalte kan krijgen, ook in onze gese­cu­la­ri­seerde tijd? Wat kunnen we doen om met name pastoor en pa­ro­chie­besturen te ontlasten als het om de vaak moeizame samen­wer­kings­pro­ces­sen gaat?

De afgelopen maan­den is er in de ver­schil­lende gremia van ons bisdom uit­voerig over ge­spro­ken: pries­ter­raad, dio­ce­sane pas­to­rale raad, kapit­tel, dekens­ver­ga­de­ring, bis­dom­staf en het overleg van de staf­me­de­werkers van ons bisdom hebben hier uit­voerig bij stil gestaan. Veel van het daar be­spro­kene is terug geko­men in deze inlei­ding. Wat kunnen we doen, hoe kunnen we vanuit het bisdom hierin helpen? Er is gevraagd om meer stu­ring en regie en aan­wij­zingen vanuit het bisdom. Want de processen naar samen­wer­king en fusie toe verlopen stroperig en stuiten op weerstand terwijl de mensen in de pa­ro­chies niet geëquipeerd zijn om met die weerstand om te gaan. Dat vraagt om pro­fes­sio­nele kwali­teiten. In ver­schil­lende van de genoemde organen is daarom de vraag naar voren geko­men om een be­ge­lei­ding te facili­te­ren door een facilitator of groep die de processen in de regio kan bevor­de­ren om tot een missio­naire kerk te komen in de zin die we zojuist hebben be­schre­ven. Ook vandaag willen we hierover spreken en horen wat Uw wensen hierin zijn en met welke factoren we volgens U reke­ning moeten hou­den.

We willen in de ko­men­de maan­den enkele pilots uit­voeren met externe mensen en de mensen ter plaatse die concreet in een aantal regio’s die daarvoor open staan en voldoende po­ten­tie hebben een proces beginnen dat moet lei­den tot centra van missio­naire, pas­to­rale ac­ti­vi­teit. Hoe moeten die pilots er uitzien? Waar moeten we reke­ning mee hou­den? Wat voor opdracht moeten we mee­ge­ven aan de persoon of personen die deze processen gaan be­ge­lei­den? Daarover gaan we vandaag ook graag met U in gesprek. Maar laat U ook niet weer­hou­den om zelf dóór te gaan met de processen van ge­meen­schaps­vor­ming in de wij­dere regio en de andere uit­dagingen waar U voor staat, want de urgentie is er zeker.

De heer Marius van der Knaap, staf­me­de­werker kerkop­bouw zal dit voorstel meer concreet presen­te­ren en daar­mee enige input geven voor uw on­der­lin­ge gedachte­wis­se­ling hierover. We zijn benieuwd naar Uw visie en naar Uw reactie.

De paus en zijn mede­wer­kers over de pa­ro­chie

Tot besluit lees ik U enkele korte teksten voor uit de schat van onze kerk die de taak en de zen­ding van een pa­ro­chie in onze tijd onder woor­den proberen te brengen:

De in­struc­tie van de Con­gre­ga­tie voor de Clerus van 29 juni 2020 zegt daarover: “De pa­ro­chie is dus een ge­meen­schap die door de Heilige Geest bijeen­ge­roe­pen wordt om het woord van God te ver­kon­di­gen en om kin­de­ren door het doopsel opnieuw geboren te laten wor­den. Verzameld rond haar her­der viert ze de her­in­ne­ring aan het lij­den, de dood en de ver­rij­ze­nis van de Heer en levend in een per­ma­nente staat van zen­ding, getuigend van het geloof in de naasten­liefde, zorgt ze ervoor dat niemand van de leven gevende heils­bood­schap uit­ge­slo­ten wordt” (De pas­to­rale beke­ring van de pa­ro­chie­ge­meen­schap ten dienste van de missie van de kerk tot evangeli­sa­tie van de kerk, n. 29).

En paus Fran­cis­cus schreef in Evangelii Gaudium (n. 28): “De pa­ro­chie is geen achterhaalde structuur; juist omdat ze een groot aanpas­sings­ver­mo­gen heeft, kan ze heel verschei­den vormen aan­ne­men, wat missio­naire volg­zaam­heid en creativi­teit ver­on­der­stelt van de pa­ro­chieher­der en de ge­meen­schap. Ook al is de pa­ro­chie niet het enige instru­ment van de evangeli­sa­tie, als ze in staat is zich constant te her­vor­men en aan te passen, zal ze ‘de Kerk die leeft te mid­den van de huizen van haar zonen en dochters’ blijven. Dit ver­on­der­stelt dat de pa­ro­chie in contact blijft met de ge­zin­nen en met het leven van het volk en niet een nutte­loze structuur wordt, afgesne­den van de mensen, of een clubje van uit­ver­ko­renen die alleen naar zich­zelf kijken.(...) Maar we moeten toe­ge­ven dat de oproep tot be­zin­ning over de pa­ro­chies en hun vernieu­wing nog on­vol­doen­de vruchten heeft afge­wor­pen opdat ze dichter bij de mensen zou komen te staan, om plaatsen van levende ver­bon­den­heid en ge­meen­schap te kunnen zijn en zich volle­dig op haar zen­ding te richten."

Wat betekent dit voor de pa­ro­chie? De al geci­teerd in­struc­tie van de Con­gre­ga­tie voor de Clerus (n. 20) zegt daarover: “Het komt erop aan visies uit te stippelen die de vernieu­wing van de ‘tra­di­tio­nele pa­ro­chies­truc­tu­ren’ vanuit een missio­nair per­spec­tief moge­lijk maken. Dit is de kern van de beoogde pas­to­rale beke­ring, die betrek­king moet hebben op de ver­kon­di­ging van het woord van God, het sacra­men­tele leven en het ge­tui­ge­nis van de naasten­liefde, met andere woor­den op die essentiële punten waardoor de pa­ro­chie groeit en zich richt naar het Mysterie waarin ze gelooft”.

Het is dit wat we willen doen, het is dit waartoe ik U wil uit­no­di­gen, dit is het ook waar we met U over willen spreken.


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug