Arsacal
button
button
button
button


Nooit meer alleen... De angst om alleen te zijn

Moederdag, zesde zondag van Pasen A, Sint Joseph kerk Haarlem

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 14 mei 2023 - 967 woorden
Hoofdaltaar met het zilver uit de Groenmarktkerk
Hoofdaltaar met het zilver uit de Groenmarktkerk
Nooit meer alleen... De angst om alleen te zijn
Het altaar van Maria van Haarlem
Het altaar van Maria van Haarlem

Veel mensen zijn bang om alleen te zullen staan. Eenzaam­heid is een groot kwaad in onze samen­le­ving. Wat kunnen we daaraan doen? En helpt God dan wel? Het evan­ge­lie gaf aan­lei­ding daarbij stil te staan. Op 14 mei, Moeder­dag en zesde zon­dag van Pasen, was ik in de Sint Joseph­kerk in Haar­lem voor de vie­ring van de Eucha­ris­tie. Daar stond voor het eerst het zilver vanuit de Groen­markt­kerk op het altaar.

Dat zilver was prach­tig gepoetst door een vrij­wil­li­ger van de pa­ro­chie. Dat moet een flink werk zijn geweest, maar het re­sul­taat mag er zijn! De foto's geven een indruk.

Volgende week viert de Joseph­kerk het feest van Maria van Haar­lem. Dan is de H. Mis om 10.00 uur met aan­slui­tend een pro­ces­sie over het Begijnhof.

Het evan­ge­lie was Jo. 14, 15-21 (jaar A).

Homilie

HIJ GAF ONS DE GEEST

ZESDE ZONDAG VAN PASEN A (Sint Joseph­kerk, Haar­lem)

Alleen gestorven...

Wat ieder mens waar­schijn­lijk wel het meeste vreest
is dat hij alleen zal komen te staan,
dat er geen mensen in je omge­ving zullen zijn
die aan­dacht en zorg voor je hebben.
Een van de meest vre­se­lijke dingen is toch wel
zo’n berichtje in de krant
dat iemand dagen of soms weken na zijn over­lij­den
dood is aan­ge­trof­fen,
of als er een begrafenis is
waar niemand bij is,
alleen mis­schien een dichter van de ge­meen­te.
En een­zaam­heid is één van de grootste kwalen
van onze op het individu gerichte samen­le­ving.

Hoe we groeien als mens

De vrees om alleen te blijven,
niemand te hebben die voor je zorgt,
zit in de natuur van de mens;
mis­schien kunnen we nergens beter aan zien
dat wij mensen leven voor de liefde,
om lief te hebben en bemind te wor­den.
Dat hoeft helemaal niet licha­me­lijk te zijn,
het gaat om aan­dacht, zorg en liefde,
dat iemand er voor je is
en dat je er voor een ander bent.
We groeien zelf als mens
door de liefde die we aan anderen geven,
door wat we voor een ander over hebben.
De naasten­liefde is niet voor niets
- naast de liefde tot God -
onze be­lang­rijk­ste men­se­lijke opdracht.

Ik denk dat we het allemaal
zelf weleens hebben mee­ge­maakt
of bij anderen hebben gezien:
een mens bloeit op door de liefde die hij of zij ont­vangt.
Daarom hoort het tot onze chris­te­lijke opdracht
om zoveel moge­lijk ge­meen­schap onder mensen
te bevor­de­ren en moge­lijk te maken
en een­zaam­heid en indi­vi­dua­lis­me te bestrij­den.
Zo maken we anderen gelukkig
en we wor­den er ook zelf beter en gelukki­ger door.

Geen goede keuze

Helaas heb ik al vaker gemerkt
dat mensen voor eutha­na­sie hebben gekozen
uit angst om alleen te komen staan
of anderen tot last te zijn.
Maar dat past niet alleen niet goed
bij het geloof in God
als schepper en voltooier van ons leven,
maar het is ook niet de maat­schap­pij
waar we als chris­te­nen voor willen staan:
het is juist de zorg voor elkaar,
de naasten­liefde,
die onze maat­schap­pij mens­waar­dig maakt
en ons leven waarde geeft.
Want - zoals gezegd - mensen bloeien op
en wor­den vaak weer gelukkig
door aan­dacht en liefde­volle zorg
en doordat ze wer­den aanvaard zoals ze zijn.

Hij liet zich storen

Onze Heer Jezus heeft dat voor­beeld zelf gegeven
door naar deze aarde te komen.
Hij kwam voor zon­daars,
dus niet alleen voor pret­tige, aar­dige mensen
en Hij kwam om zich­zelf te geven, tot op het kruis.
Hij had niet de hou­ding van:
“Waarom stoor je mij?”
Integen­deel, Hij liet zich storen,
Hij is een weg van liefde tot het uiterste gegaan.
Hij wist waar Hij door­heen moest,
toch heeft Hij ervoor gekozen
om uit liefde voor ons alles te geven.
Zo kwam de goede God naast ons staan
en werd Hij onze broe­der.

Niet verweesd

Maar Hij is niet alleen geko­men
om bij mensen toen en daar te zijn.
Daarover gaat het evan­ge­lie van deze zon­dag.
God wil in feite dat wij mensen
nooit alleen komen te staan.
Daarom zegt Jezus bij zijn vertrek uit deze wereld,
op de laatste avond van Zijn aardse leven
dat de Vader op Zijn gebed
aan de leer­lin­gen een andere helper zal geven
om voor altijd bij ons te blijven:
de Geest van de waar­heid.
Hij wilde ons niet verweesd achter laten.
Dit betekent dat God woont in ons hart
dat Hij ons de goede gedachten ingeeft,
ons alles in her­in­ne­ring brengt
wat Jezus ons geleerd heeft.

Een opdracht en uit­no­di­ging

Dat de Geest aan onze harten is meege­deeld,
is tege­lijk een opdracht,
omdat we de Geest alleen kunnen verstaan
als we ont­vanke­lijk voor Hem zijn.
Dus de uit­no­di­ging van deze dag is
om met God te leven,
je hart voor Hem open te hou­den,
dan zul je nooit alleen zijn.

Een zwaar beproefde moe­der

Ik heb een moe­der gekend,
ik meen dat zij vier zonen had gehad
en zij had twee dochters.
Die vier zonen wer­den alle vier ziek en stierven
toen zij goed veer­tig jaar oud waren.
Een van die zonen werkte bij mijn vader
op de tuin­derij.
Frans heette hij, een vrolijke man.
Hij woonde bij zijn moe­der
en toen ook hij ziek werd heb ik hem vaker bezocht.
Frans heeft zijn ziekte met veel geloof gedragen,
met moed ook en overgave.
Zijn laatste woor­den waren:
“Tot later in de hemel”.
Zijn moe­der moest weer een zoon afstaan,
de één na de ander.
Hoe kon zij dat?
Haar ant­woord was een­vou­dig:
haar geloof was haar kracht,
de Heer was haar troost,
zij was niet alleen.
Iedere morgen was zij om acht uur in de Mis.
Zij kon het dragen
door haar sterk geloof,
omdat er Iemand was die met haar ging
en na­tuur­lijk: haar open­heid voor Hem.
Op moei­lijke momenten
kon zij kracht vin­den
in haar vriend­schap met God.

Niet alleen

Het laat ons hope­lijk allen zien:
wij mensen zijn niet geschapen
om alleen te zijn,
wij hebben elkaar nodig
en bovenal hebben we God nodig.
Hij heeft de Geest in ons hart gezon­den.
Daarom zijn liefde tot God en naasten­liefde
de kern van ons christen-zijn.

Terug