Arsacal
button
button
button
button


Legioen van Maria houdt “Acies”-viering

Jaarlijkse hernieuwing van toewijding aan Maria

Overweging Bezinning - gepubliceerd: zondag, 23 maart 2014 - 1371 woorden
De O.L. Vrouwekerk in Amsterdam waar de Aciesviering plaatsvond
De O.L. Vrouwekerk in Amsterdam waar de Aciesviering plaatsvond

Op zon­dag­mid­dag 23 maart kwamen de leden van het Legioen van Maria van Am­ster­dam bijeen voor de jaar­lijkse Acies-vie­ring, waarin de legionairs hun toe­wij­ding aan Maria vernieuwen. Eén voor één kwamen zo'n zes­tig leden naar voren om deze toe­wij­ding per­soon­lijk uit te spreken voor Maria en met de hand op het Vexillum (stan­daard of veld­te­ken) als symbool van de gees­te­lij­ke strijd en de bescher­ming van Maria. Tijdens de gebeds­dienst, voor het Lof dat in de Onze Lieve Vrouwe­kerk aan de Keizers­gracht in Am­ster­dam plaatsvond, heb ik de volgende over­we­ging over de toe­wij­ding uit­ge­spro­ken.

Over­we­ging over de akte van toe­wij­ding

Beste leden van het Legioen van Maria,

Het is mij een vreugde vandaag bij U te zijn en op deze jaar­lijkse Acies-dag waarop U Uw toe­wij­ding aan Maria vernieuwt, tot U te mogen spreken.

Die toe­wij­ding heeft een grote bete­ke­nis. Om U die uit te leggen zou ik eerst iets willen zeggen over het evan­ge­lie waaraan ik mijn wapen­spreuk heb ontleend, het evan­ge­lie van de bruiloft van Kana. Maria spreekt daar de laatste woor­den die van haar zijn over­ge­le­verd: “Doe maar wat Hij u zeggen zal”. Deze woor­den, die zij eens tot de bedien­den op die bruiloft sprak, zegt zij in feite tot ons allen: Doe maar wat Jezus U zal zeggen! Dus wees niet bang, handel niet teveel uit men­se­lijk opzicht, laat U niet tezeer beïn­vloe­den door wat anderen vin­den, maar luister naar Jezus. Jon­ge­ren lopen weleens met een pols­bandje om met de afkor­ting: WWJD, What would Jesus do? Wat zou Jezus doen, om hen eraan te her­in­ne­ren om te han­de­len naar de geest en de bedoeling van Jezus.

Het evan­ge­lie van de bruiloft van Kana kent U wel: op aan­ge­ven van Maria, wor­den grote vaten vol water gevuld en Jezus veran­dert die in een overvloed aan wijn, zodat het bruilofts­feest doorgang kan vin­den. Maar in feite gaat het niet om zomaar een bruilofts­feest, dit verhaal heeft een diepere bete­ke­nis, die door de evangelist wordt aangeduid als die ons ver­teld dat de bruiloft plaats­vindt “op de derde dag” en dat Jezus door dit won­der “Zijn heer­lijk­heid open­baarde”. Beide uitdruk­kingen ver­wij­zen naar het lij­den, sterven en verrijzen van Jezus. Dat wordt nog ver­sterkt doordat Jezus ant­woordt op de opmer­king van Maria dat ze geen wijn meer hebben: “Vrouw, wat is er tussen U en mij. Nog is mijn uur niet geko­men”. Het “uur” van Jezus, is het uur van Zijn lij­den en sterven, het uur van onze verlos­sing. Dat Maria hier wordt aan­ge­spro­ken met “Vrouw” kan ons vreemd in de oren klinken, maar de evangelist wil ons laten denken aan die eerste vrouw uit het begin, die zich liet verlei­den door de slang en van de appel nam en at en er van gaf aan haar man. Een van de oudste kerk­va­ders, de H. Ireneüs van Lyon, legt de bedoeling van de evangelist Johannes als volgt uit: dat wat ooit was fout gegaan door een vrouw, moest weer goed gemaakt wor­den door een andere vrouw. Maria moest het kwaad ongedaan maken dat Eva had gesticht. Vandaar dat we in het evan­ge­lie van Johannes die bena­ming “vrouw” opnieuw tegen­ko­men als Jezus aan het kruis hangt: “Vrouw, zie daar uw zoon”, zegt Jezus tot Maria en met deze woor­den heeft Hij aan Maria heel de mens­heid toever­trouwt.

Maria werd dus door God ge­roe­pen om op unieke wijze aan de verlos­sing mee te werken, mee te werken aan het heils­werk van Jezus haar Zoon en dat in de Kerk nog steeds te doen. Maria is onze voor­spreek­ster en Mid­de­la­res, zoals zij dat eens op de bruiloft van Kana was.

Maar niet alleen Maria is ge­roe­pen om mee te werken aan de verlos­sing en ervoor te zorgen dat het heil, de grote genade van de verlos­sing door Jezus het hart van iedere mens kan bereiken. Wij zijn ge­roe­pen – en U bent dat als legionairs op een bij­zon­dere wijze – om met Maria mede­wer­kers van de verlos­sing te zijn.

Hierin ligt een bij­zon­dere bete­ke­nis van de toe­wij­ding aan Maria, een bij­zon­dere vorm van Maria-devotie, die door vele pausen is aan­be­vo­len. Deze toe­wij­ding aan Maria kan ver­schil­lende vormen aan­ne­men. We kennen allemaal wel het gebruik om een kind na het doopsel, aan het einde van de plech­tig­heid, onder de bescher­ming van Maria te stellen. Daar betekent die toe­wij­ding dus vooral een toe­ver­trou­wen aan de moe­der­lijke zorg van Maria.

De toe­wij­ding kan herhaald wor­den bij ver­schil­lende gelegen­he­den, zoals een huwe­lijk, een retraite, bij ziekte, bij gelegen­heid van een bezoek aan een bede­vaart­plaats, enzo­voorts, maar degene die zich dan aan Maria toewijdt, is geen onmon­dig kind meer en de toe­wij­ding heeft dan ook nog meer bete­ke­nis dan allen dat bescher­ming aan Maria wordt gevraagd.

Zo bestaat ook het gebruik om pa­ro­chies, bis­dom­men, een land en volk of heel de Kerk onder de bescher­ming van Maria te stellen. Paus Johannes Paulus heeft dit voor de uni­ver­se­le Kerk gedaan bij gelegen­heid van het jaar 2000 en ook paus Fran­cis­cus heeft dit vorig jaar in een bepaalde vorm gedaan. En paus Pius XII, de Neder­landse Bis­schop­pen en ook paus Johannes Paulus II hebben een toe­wij­ding aan Maria uit­ge­spro­ken om gehoor te geven aan de oproep die Maria in Fatima had gedaan om Rusland aan het on­be­vlekt hart van Maria toe te wij­den. Zo’n act van toe­wij­ding aan Maria is meer dan een onder bescher­ming van Maria stellen, meer dan een toe­ver­trou­wen. “Toewij­ding aan Maria” betekent niet alleen “onder bescher­ming stellen van Maria”, maar het is ook een bij­zon­der verbond met Maria. Wie zich toewijdt aan Maria weet zich ge­roe­pen om Maria in haar moe­der­lijke zen­ding bij te staan en in een bij­zon­dere ver­bon­den­heid met haar te leven en te werken, om met haar mee te werken aan de verlos­sing van de wereld. De toe­wij­ding houdt in dat men zich wil maken tot instru­ment in de han­den van Maria, instru­ment van heil in de han­den van Maria.

De heilige Louis-Marie Grignon de Montfort (+ 1716), stichter van de Mont­for­ta­nen en gees­te­lij­ke vader van het Legioen van Maria en vele andere heiligen, zoals de heilige pater Maxi­mi­liaan Maria Kolbe (+ 1941), hebben de toe­wij­ding gepropa­geerd en de spiri­tua­li­teit ervan uit­ge­werkt. De heilige Louis Marie Grignion de Montfort schrijft in het “Tractaat van de ware devotie tot de heilige Maagd” over de toe­wij­ding aan Jezus Christus door de han­den van Maria en de liefdesslavernij van Christus in Maria, als be­vrij­ding van de slavernij van de zonde.

We weten allemaal dat de zalige paus Johannes Paulus II, die bin­nen­kort heilig wordt verklaard, een grote liefde en devotie voor Maria had. De paus was al erg ziek en zou bin­nen­kort gaan sterven, toen hij op 8 de­cem­ber 2003 zijn laatste grotere do­cu­ment schreef. Dat leest als een soort gees­te­lijk testa­ment. Het is een uit­ge­breide brief aan de Mont­for­taanse familie waarin de zieke paus zijn bij­zon­dere waar­de­ring uitspreekt voor de toe­wij­ding en de “liefdesslavernij” en hij getuigt daarin van de diep­gaande invloed die deze spiri­tua­li­teit op zijn eigen leven had gehad. De paus haalt hier met instem­ming de woor­den van de heilige Grignon de Montfort aan: “hoe meer een ziel aan Maria zal zijn toegewijd, des te meer zal zij aan Jezus Christus zijn gewijd”.

Dat is het wat U vandaag opnieuw mag doen: U toewij­den aan Maria om ook meer aan Jezus Christus, haar Zoon, te zijn toegewijd en te leven vanuit de kracht en de genade van uw doopsel om met Maria mee te werken aan het heil van de wereld.

Van harte wil ik U allen fe­li­ci­te­ren met deze dag en met de vernieu­wing van Uw toe­wij­ding. Moge de heilige Maria, moe­der van God en onze Moeder, U steeds bijstaan en van haar Zoon ver­krij­gen dat U – zoals zij op de bruiloft van Kana – steeds de juiste woor­den mag vin­den om die tot uw naasten te kunnen spreken en dat U steeds de juiste dingen mag weten te doen om mee te werken aan het heils­werk van Jezus. Daarom wens ik U allen toe dat U mag leven, denken, han­de­len, spreken in grote een­heid en ver­bon­den­heid met haar die Jezus ons als Moeder heeft gegeven.

Terug