“Als ik slachtoffer word van terrorisme...”
Eucharistisch levende monniken van Thibirine - Mirakelfeest in Amsterdam
Woensdagavond 15 maart werd in de Begijnhofkapel in Amsterdam het Hoogfeest van het Mirakel van Amsterdam gevierd, dat de ‘mirakelweek’ inluidt en de opmaat is naar de Stille Omgang die dit weekend in Amsterdam wordt gehouden. Duizenden pelgrims worden er verwacht uit het hele land.
Geschiedenis
Het verhaal is bekend: een zieke man ontvangt de heilige communie, maar spuwt na enige tijd de hostie weer uit als hij moet braken. Het braaksel wordt in het vuur geworpen, maar de hostie blijft gaaf erboven zweven en wordt uiteindelijk op plechtige wijze overgebracht naar de parochiekerk, (later naar een speciaal gebouwde grote gothische kapel), waarna al spoedig van alle kanten bedevaartgangers toestromen. We schrijven 1345. Het gebeuren is goed gedocumenteerd door contemporaine bronnen.
De lantaarn en de Stille Omgang
De Stille Omgang is een tocht in stilte ter ere van dit "mirakel van Amsterdam", die gelopen wordt in de nacht van zaterdag op zondag, volgens de route die de Middeleeuwse sacramentsprocessie ging. Om de plaats te markeren waar de kapel ("De heilige stede") stond, die helaas aan het begin van de twintigste eeuw is afgebroken, wordt tijdens de Stille Omgang een lantaarn in de Kalverstraat geplaatst. Deze lantaarn stond tijdens de opening van de mirakelweek links van het altaar van de Begijnhofkapel (zie foto).
Het begijnhof is nu de plaats van verering van het 'sacrament van mirakel', zoals men dit wonderbaarlijk gebeuren is gaan aanduiden. Daar is dagelijks aanbidding van het heilig sacrament.
De Mis
Tijdens de feestelijke heilige Mis ter opening van de mirakelweek concelebreerden de priesters van de gemeenschap van de paters Sacramentijnen, die dit heiligdom beheren. Diaken Paul Bindels assisteerde en de voorzitter van het gezelschap van de Stille Omgang, drs. P. H. Hupsch, verrichtte de eerste lezing.
Homilie
Offer
Wij vieren hier een offer,
een vreugdevol offer;
wij vieren Gods Zoon,
die zijn leven opoffert
om mensen te redden, te verlossen
en naar God te brengen.
Het kan eigenlijk niet anders
dan dat wij die de eucharistie vieren
en de heilige communie ontvangen,
daarbij denken:
Hij, Jezus, heeft alles voor mij opgeofferd,
Hij die tot ons zegt:
“Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
heeft eeuwig leven”.
Laat ik niet zeuren
U komt in de kerk:
dit of dat zit U niet lekker met Uw kinderen
of U hebt woorden gehad met Uw vrouw of man;
of op het werk zijn er mensen die U niet liggen,
iemand zit U dwars,
een kind wordt geplaagd op school;
of U maakt zich zorgen over Uw gezondheid
of U bent mantelzorger en dat valt soms zwaar,
enzovoorts.
En dan komt U hier in een kerk of in deze kapel:
in de aanwezigheid van Iemand zijn we hier,
die tegenwerking moest ondergaan,
die verdriet heeft gehad,
die gemarteld en gestorven is,
die zijn leven geofferd heeft,
die een kruis op zich genomen heeft.
Soms komt dat misschien niet zo erg binnen,
maar soms ook weer wel.
Dan denk we toch:
laat ik nou niet zeuren;
wat heeft Hij niet voor mij geleden?
Wat heeft Hij voor mij niet over gehad?
De kracht van Uw leven
En dan ontvangen we heel bewust de heilige communie,
Hij is bij ons en we vragen met vertrouwen:
“Vervul mij, lieve Heer, van de kracht van uw leven”.
Dat is het wat Jezus bedoelt
als Hij vandaag in het evangelie zegt:
"Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in mij en ik in hem".
We gaan leven zoals Jezus,
een weggegeven leven,
een geschonken leven,
dienstbaar aan anderen, dienstbaar aan Hem
en krijgen daar juist leven door:
inzet, geloof, liefde,
door te geven worden we niet minder,
verliezen we niet iets,
daardoor leven we juist meer, intenser, rijker, mooier;
daardoor wordt dat leven ook een opmaat
naar het mooiere dat nog komt:
we krijgen eeuwig leven:
"Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
heeft eeuwig leven".
Inspiratiebron
Als we verhalen lezen over de levens
van gelovige mensen uit verleden en heden,
zien we heel vaak hoe - naast Maria -
de Eucharistie hun grote kracht- en inspiratiebron is geweest.
Dat komt natuurlijk tot uiting
in de al zoveel eeuwen bestaande devotie
tot het sacrament van mirakel.
Zelfs in onze geseculariseerde tijd
zullen zaterdag weer duizenden mensen komen,
hun nachtrust opofferen
om dit sacrament te eren.
Monniken
U heeft misschien de film gezien
“Des hommes et des Dieux”
over de zeven trappisten,
die deze maand 21 jaar geleden
in Thibirine werden ontvoerd.
Zeven monniken die hun leven wijdden
aan gebed, landbouw en geestelijke begeleiding,
werden door een fundamentalistische moslim groep
uit hun klooster in Algerije ontvoerd
en tenslotte na maanden vermoord.
Zij waren niet de eerste christenen en priesters in Algerije
die het leven lieten
en ze zijn helaas ook niet de laatsten geweest;
Sinds jaren gaat er een golf van terreur
door de christengemeenschappen in Islamitische landen.
Die zeven monniken
waren zich ervan bewust geweest dat zij gevaar liepen.
Zij hadden ervoor kunnen kiezen om weg te gaan,
maar zij hebben dat niet gedaan,
net zoals veel later
pater Frans van der Lugt bij zijn mensen bleef.
Een brief
Enige tijd na de dood van de monniken
werd een enveloppe geopend met een schrijven
dat één van hen,
de prior, pater Christian de Chergé,
ooit aan zijn familie in Frankrijk
had gegeven om dat te bewaren tot na zijn dood
en dan te openen.
Ik lees er een paar zinnen uit voor:
"Als het me op een dag overkomt
- en dat zou vandaag kunnen zijn -
dat ik slachtoffer word van terrorisme
... dan zou ik graag hebben
dat mijn communiteit, mijn Kerk, mijn familie
zich herinneren dat mijn leven gegeven was
aan God en aan dit land".
Pater Christian was er dus op voorbereid dat hij zou sterven
en nam zich voor om niet te sterven in haat,
maar in liefde en vergeving.
Een dreiging
Hij schrijft verder:
"Eenmaal het moment gekomen,
hoop ik die flits van helderheid te hebben,
die me toelaat Gods vergiffenis te vragen
en die van mijn broeders, de mensen,
en tezelfdertijd hem van harte te vergeven
die mij getroffen heeft".
Jaren leefde pater Christian al onder de dreiging
dat hij gemarteld en gedood zou worden;
hij had vaker gebeden voor zijn moordenaar
al vóór die de daad had gepleegd,
met de volgende woorden,
die ook in die brief staan vermeld:
"Dank ook aan jou,
vriend van de laatste minuut,
jij die niet zal geweten hebben
wat je deed.
Ja, ook voor jou
wil ik deze dank brengen
bij dit afscheid, door jou voorzien.
En moge het ons, gelukkige moordenaars,
gegeven zijn
elkaar terug te vinden in het paradijs,
als het God belieft.
Hij is ons beider Vader".
De kern
Dit kun je alleen schrijven
wanneer je leeft
vanuit de Eucharistie;
heel deze brief
is geïnspireerd door de Eucharistie,
door wat Jezus deed bij het laatste Avondmaal,
door hoe Hij zijn leven gaf voor de zondaars
en stierf uit liefde;
door hoe Hij afscheid nam
en voor zijn vervolgers bad.
Hiermee zijn we bij de kern
van wat zoveel christenen in de wereld nu
de moed geeft om door te gaan
in uiterst moeilijke omstandigheden
en wat hen anders maakt dan andere mensen
die roepen ‘oog om oog’.
Intentie
Deze mirakelweek is ook voor ons
een uitnodiging,
zoals ook die zieke mocht ervaren
die eeuwen geleden, in het jaar 1345,
de heilige hostie ontving;
Deze week is een uitnodiging
om van ons leven
Eucharistie en communie te maken:
een gave in dankzegging,
met bereidheid tot dienst en vergeving,
alles bezield door de liefde.
Zo wordt de intentie waar,
die dit jaar aan de Stille Omgang
is meegegeven
“Voor U in ootmoed,
met U in geloof,
in U in de stilte”.
Wie zo eet en drinkt,
heeft het leven in zich,
eeuwig leven.
Amen